Jan Uitham (interview)
Categorie: Overig-
Persoonsgegevens
Naam Jan Uitham (interview) Functie Deelnemer aan Elfstedentocht Nationaliteit Nederlandse Categorie Overig VideoElfstedentocht winter 1940-41 In de koude winter van 1940-41 ging Nederland het ijs op. De Duitsers stimuleerden het doorgaan van Elfstedentochten tijdens de oorlog. Jan Uitham deed mee in 1942. Bron: De Oorlog, deel 2 (2 min. 38 sec.) -
Persoonsgegevens
Naam Jan Uitham (interview) Functie Deelnemer aan Elfstedentocht Nationaliteit Nederlandse Categorie Overig VideoWeinig Duitsers in Noorderhoogebrug In Noorderhoogebrug in Groningen beperkte de Duitse bezetting zich tot een wachtpost bij een brug over een kanaal, zag Jan Uitham. Bron: De Oorlog, deel 2 (1 min. 44 sec.) -
Persoonsgegevens
Naam Jan Uitham (interview) Functie Deelnemer aan Elfstedentocht Nationaliteit Nederlandse Categorie Overig VideoReactie op Duitse invasie Nederland reageerde passief op de Duitse inval van 10 mei 1940. Burgemeester J.J.G. Boot zag de Duitsers langskomen. Jan Uitham uit Noorderhoogebrug kreeg vrij van zijn baas en ging zwemmen in een kanaal. Bron: De Oorlog, deel 2 (1 min. 45 sec.) -
Persoonsgegevens
Naam Jan Uitham (interview) Functie Deelnemer aan Elfstedentocht Nationaliteit Nederlandse Categorie Overig FotoJan Uitham Bron: De Oorlog, deel 2
Jan Uitham debuteerde als 17-jarige in de Elfstedentocht van 1942. Eigenlijk moest je 18 zijn, maar hij was ‘een lange slungel’ en zijn vrienden George en Gerrit waren wel al 18. Jan wist zich daardoor de tocht in te bluffen.
Hij had als 17-jarige al mee geschaatst in de Noorderronderit (een schaatstocht in Groningen) en was daar tot zijn schrik 6e geworden. Zijn vader zei: 'Nou, dan moest je ook maar es de Elfstedentocht proberen.' Zo gezegd zo gedaan. De dag voor de tocht togen de drie vrienden met de trein van Groningen naar Leeuwarden. Bij Hardegarijp stopte de trein en ging niet verder: er lag een Britse 'blindganger' naast het spoor.
Omdat ze lang op het vervangend busvervoer (‘de oudjes kregen voorrang’), gaan ze schaatsend en lopend verder naar pikdonker Leeuwarden (vanwege de verduistering), waar ze tegen middernacht aankwamen.
Te laat om nog accommodatie te zoeken, sliepen ze in het Beursgebouw, waar de schaatsers zich moesten aanmelden. Het werd een kort nachtje, maar wel lekker warm, ’s ochtends om 6 uur vertrokken de rijders vanuit de Harmonie: de maan scheen nog en het was een drukte van jewelste.
Hij werd 125e, kwam voor zijn beide vrienden binnen. Langs de kant stonden wel Duitsers te kijken, maar er reden geen Duitsers mee. Wel WA’-ers overigens, in uniform, die vanaf de kant af en toe werden toegebromd met ‘Wien Neerlans Bloed’.
Verdere provocaties kwamen niet voor, dat had het bestuur ook ten strengste verboden, want die waren al wat blij dat de Elfstedentocht was toegestaan door de Duitsers, die zich op hun beurt zo wat populairder wilden maken.
’s Avonds reden de treinen wel weer en gingen ze weer terug naar Groningen. ‘Het was voor ons boerenjongens een geweldig avontuur: we waren nog nooit de provincie uitgeweest, het was alsof we in het buitenland waren’.