Johannes Barge
Categorie: Bestuurders-
Persoonsgegevens
Naam Johannes Barge Functie Professor te Leiden Geboortedatum 1884 Sterfdatum 1955 Nationaliteit Nederlandse Categorie Bestuurders VideoProtest van Barge Op dezelfde dag (26 november 1940) als professor Cleveringa hield ook professor Barge in Leiden een protestrede, handig verpakt in de vorm van een college waarin hij het bestaan van 'een Duits ras' bestreed. Bron: De Oorlog, deel 3 (1 min. 8 sec.) -
Persoonsgegevens
Naam Johannes Barge Functie Professor te Leiden Geboortedatum 1884 Sterfdatum 1955 Nationaliteit Nederlandse Categorie Bestuurders FotoJ.A.J. Barge Bron: Academisch Historisch Museum Leiden
Prof. dr. J.A.J. Barge, hoogleraar anatomie en embryologie, maakte in november 1940 in een openbaar college aan de Universiteit van Leiden korte metten met de opvattingen van de nazi’s over de rassenleer.
Barge was een alom gerespecteerd man, lid van de Onderwijsraad en van de Rijksbeurzencommissie, curator van het Stedelijk Gymnasium en sinds 1937 lid van de Eerste Kamer voor de RKSP.Op die 26e november 1940 maakte Barge in glasheldere bewoordingen duidelijk dat er geen sprake is van een Duits ras, alleen van een Duits volk. De Duitsers, aldus betoogde Barge, waren een mengeling van Oostbaltische, Scandinavische en Zuidduitse typen.
Een expliciet Germaans type, uitzonderlijk groot, lang en blond, bestond niet. Je had verschillende typen onder de Duitsers, ook donkere. De echte Noord-Europese typen, lang met blonde haren en blauwe ogen, kwamen wel in Duitsland voor, maar procentueel niet meer dan in Nederland.
Barge maakte hiermee duidelijk dat de ‘reine Ariër’, niet bestond, de edelgermaan evenmin. Vervolgens zette Barge uiteen dat het joodse ras evenmin bestaat - het is een vermenging van diverse, in hoofdzaak Aziatische rassen en verschilt in die zin niet van de andere volken van Europa.
Daarmee ging Barge, op deze voor de universiteit van Leiden zo bewogen dag, lijnrecht in tegen de Duitse theorieën op dit punt. Het was voor de aanwezige studenten een onverwachte, en onvergetelijke gebeurtenis. Een van hen, W. Hijmans, herinnert zich:
‘Je dacht geen moment: “Die man gaat buiten zijn boekje”. Zijn boekje was erfelijkheid, anatomie, en daar hield hij zich aan. Hij hield een zuiver wetenschappelijk betoog, heel beslist.
Als hij nou gesproken had over de ontwikkeling van de maag en de darm bij de mens of de mus, ja, dan was ik wel teleurgesteld geweest. Maar dit was precies zoals het moest zijn, zo voelde je dat ook. Het was een heel bijzondere prestatie.’
Er was, volgens Hijmans, één student die met met een boos gezicht de collegezaal van het Anatomisch Laboratorium aan de Wassenaarseweg verliet. Dat was een NSB’er.
De medische studenten besloten zich bij de staking van de rechtenstudenten aan te sluiten. Professor Barge werd na zijn college niet gearresteerd. Dat gebeurde pas anderhalf jaar later.
Toen werd hij als gijzelaar opgepakt, en samen met circa 460 vooraanstaande Nederlanders afgevoerd naar het kleinseminarie Beekvliet te St. Michielsgestel.