Een eerste uitstapje naar Malang. Het is een stadje in de bergen, ten zuiden van Surabaya. Toen en nu een geliefd vakantieoord, want een stuk koeler dan aan zee.
Er moet nog veel koloniale architectuur bewaard zijn gebleven. Maar eerst passeren we ‘de modder’. Bij mijn aankomst in Jakarta, twee weken geleden, was het eerste wat ik tegenkwam een manifestatie tegen deze modder.
Het gaat om een moddervulkaan die in 2006 ontstond bij het boren naar gas. Die is nog steeds actief. Een enorm gebied is onbewoonbaar geworden. De aanblik is sinister.
Het stinkt. Vanaf de dijk die er omheen is gebouwd heb je zicht op een dikke rookwolk. In de verte rijden vrachtwagen af en aan, er worden steeds nieuwe dijken gebouwd. Atik heeft er verschillende reportages over gemaakt.
De geologen die ze sprak hebben weinig hoop. De modder valt nauwelijks te stoppen. Ik ben overigens niet de enige die een kijkje neemt. Rampentoerisme is ook in Indonesiƫ populair.
De omwonenden verdienen geld met het heffen van entree op de dijk. 10.000 rupia’s, ofwel 60 cent. De drukke verkeersweg is door dit toerisme nog meer verstopt geraakt. Onze chauffeur neemt kleine landweggetjes om de file te ontlopen. Altijd leuker dan de snelweg.
Gerda Jansen Hendriks