Met vertaalster Ayako naar een hele serie Japanse bioscoopjournaals gekeken. Japan had zijn eigen variant van het Polygoonjournaal gedurende de oorlog. Vaak goed gefilmd, een aantal van de cameramensen was in Hollywood opgeleid.
De bioscoopjournaals van de jaren dertig en veertig hadden sowieso over de hele wereld min of meer hetzelfde ‘format’. Het is vergelijkbaar met het televisienieuws van nu: de inhoud verschilt, maar over de hele wereld is de vorm vergelijkbaar.
Die inhoud, ofwel de totaal andere visie op het conflict is natuurlijk waarom Japanse bioscoopjournaals over Nederlands-Indië interessant zijn om te gebruiken in onze serie.
Bij het overbrengen van de gevangen genomen gouverneur-generaal Tjarda van Starkenburg Stachouwer naar een kamp zegt de Japanse commentaarstem dat hij erg arrogant was bij zijn arrestatie.
Maar het wijst ook op het stapeltje boeken dat Tjarda onder zijn arm heeft en zegt dat het om detectives gaat die hij als afleiding leest. Merkwaardig, deze combinatie van veroordeling met een persoonlijke noot.
Fascinerend zijn ook de laatste maanden van de oorlog. Tokio is zwaar gehavend door zware bombardementen. Amerikaanse B-29’s laten tonnen aan speciale ’vuurbommen’ op de Japanse hoofdstad vallen in de hoop het moraal van de bevolking te breken.
Het bioscoopjournaal gaat in de tegenaanval: “De evacués willen onmiddellijk wraak, ze willen naar het slagveld”.
Als de keizer een verwoeste wijk bezoekt, rept het commentaar over zijn meeleven en zegt dat dit zorgt voor nog meer vastberadenheid bij alle 100 miljoen Japanners om tegen de Amerikanen te vechten.
Dit journaal is van eind maart 1945. Er wordt nog bijna 5 maanden doorgevochten.
Gerda Jansen Hendriks