Nieuwe bouwmaterialen

In de 19de eeuw ging men in de bouw materialen gebruiken die industrieel werden vervaardigd, zoals gietijzer voor kolommen, kapconstructies en wenteltrappen. Gietijzeren constructies waren vooral praktisch voor grote gebouwen: ze maakten forse overspanningen mogelijk.

Door ijzer te combineren met glas konden bovendien glazen overkappingen worden gemaakt voor kassen en markthallen.

Een ander nieuw bouwmateriaal was beton. De Romeinen kenden het al, maar de kennis ervan was verloren gegaan. Omstreeks 1800 dook het weer op in Franse handboeken.

In 1867 kreeg de Fransman J. Monier octrooi op gewapend beton; bestand tegen trekspanning en druk, vuurbestendig en geschikt voor grote overspanningen.

De toepassing ervan in Nederland begon tegen 1890. Op de foto rechtsboven het Paleis van Volksvlijt in Amsterdam (1858-1864) van architect C. Outshoorn (1810-1875). Er was 2700 ton ijzer in verwerkt.

Op de onderstaande foto zwem- en badinrichting met gietijzeren kolommen te Enschede. Textielfabrikant Van Heek liet ze eind 19de eeuw bouwen voor zijn arbeiders.

lange vakanties

1970 - Voor het eerst gaat meer dan de helft van de Nederlanders elk jaar twee à drie weken aaneengesloten met vakantie.

Relevante tijdvakken