Paniek bij de NSB

Ondanks een toespraak van NSB-propagandist Blokzijl over de geallieerde opmars slaat de paniek op 5 september 1944 toe bij NSB'ers. Walter Janssens, dirigent van de Jeugdstorm, verlaat Amsterdam.

Bron: De Oorlog, deel 6 (2 min 8 sec.)

Media:

  • Paniek bij de NSB
    Paniek bij de NSB
    Ondanks een toespraak van NSB-propagandist Blokzijl over de geallieerde opmars slaat de paniek op 5 september 1944 toe bij NSB'ers. Walter Janssens, dirigent van de Jeugdstorm, verlaat Amsterdam.
    Bron: De Oorlog, deel 6 (2 min 8 sec.)
    Bevrijding Maastricht
    Bevrijding Maastricht
    Bij de bevrijding van Maastricht worden de bevrijders, Amerikaanse soldaten, luid toegejuicht en de 'landverraders', NSB'ers en 'moffenmeiden', meteen flink aangepakt. Zo zal het ook later in andere steden gaan. Verslag Robert Kiek.
    Bron: De Oorlog, deel 6 (1 min 32 sec.)
    Gerbrandy over bevrijding
    Gerbrandy over bevrijding
    'Het uur der bevrijding heeft geslagen' sprak minister-president Gerbrandy op Radio Oranje op 4 september 1944. Dat was wat optimistisch, de geallieerden waren de grens nog niet over, zoals hij beweerde.
    Bron: De Oorlog, deel 6 (1 min 44 sec.)

Op de vlucht

Duizenden NSB’ers gingen op Dolle Dinsdag (5 september 1944) op de vlucht.
Onder hen is Walter Janssens, een muzikant die tot op het laatst in de idealen van de NSB bleef geloven. Hij was leider van de muziekafdeling van de Jeugdstorm, de jongerenafdeling van de NSB.

Hij hield de hele periode een dagboek bij. Over de avond van 4 september, als de berichten over naderende geallieerden aanzwellen, schrijft hij:

‘Op het stafkwartier werden de archieven verbrand. In een bedenkelijke stemming leidde ik die avond de zang. De diensten moesten gestaakt worden, verordende de staf.

Dus beschouwde ik de zangrepetitie op maandag 4 september als een afscheidsavond. We zongen het gehele repertoire door en ik sprak mijn trouwe kameraden toe. Daarna werd het ‘Wilt heden nu treden’ gezongen, waarbij we akelig van ontroering werden en de meesten in snikken uitbarstten.

Maar we komen terug – hamerde mijn stem en verbeten zongen we allen ons lijflied ‘Er dreunen trommels door heel het land.’ Diezelfde nacht werden we van ons bed gehaald en hebben we Amsterdam als bannelingen verlaten.’


Uit alle hoeken van het land sloegen de NSB’ers op de vlucht. Het spreekt vanzelf dat ze de hoon van de andere Nederlanders te verduren kregen. Er bestaan enige verslagen over, zoals dat van een NSB-functionaris uit Oudewater (op de grens van Utrecht en Zuid-Holland), die schrijft:

‘Onze reis begon op 5 september 1944 des namiddags omstreeks half zes door onze gemeente te verlaten met gejoel en gefluit, nagestaard door lachende volksgenoten. Mijn kameraad die met zijn gezin met mij ging, beging de fout zich tot een opgeschoten individu te wenden met verzoek te blijven staan, wat een vloed van allerhande scheldwoorden ten gevolge had.

Onze wagen waarmee wij zouden vertrekken, stond 10 minuten gaans buiten onze gemeente op ons te wachten, bespannen met een paard…, terwijl achter de wagen een aantal koeien waren gebonden, wat natuurlijk de lachlust van vele omstanders opwekte.’



Bron:
*Dagboek Walter Janssens, in collectie NIOD, dagboek 591.

Meer over dit onderwerp