Het hotel waar we logeren stamt nog uit de Nederlandse tijd. Pension Benvenuto heette het toen. Aangenaam hoge kamers, verouderd sanitair. Bandung is de stad waar Soekarno studeerde en zijn eerste politieke activiteiten ontplooide. Daarvoor werd hij al snel aangeklaagd door het Nederlands-Indisch gezag.
We gaan naar het gebouw van de Landraad, waar in 1930 het proces werd gehouden. Daar heeft lang het meteorologisch instituut gezeten, maar drie jaar geleden is het gerenoveerd en is de rechtszaal in oude luister hersteld. Het meest fascinerende vind ik dat je de stoep en de stenen herkent van een beroemde foto waarop Soekarno samen met medestanders en advocaten poseert.
Hij kijkt tevreden, zijn ‘pleidooi’, zoals het voeren van een verdediging voor de rechtbank nog steeds in het Indonesisch heet, maakt hem beroemd als groot redenaar. Soekarno spreekt in het Nederlands en het pleidooi wordt ook in Nederland als brochure uitgegeven, onder de titel ‘Indonesië klaagt aan’. Die brochure heeft nu grote antiquarische waarde.
We gaan door naar de Technische Hogeschool, opgericht in 1920. Soekarno haalde er zijn ingenieurstitel. Het is op dit gebied nog steeds de meest prestigieuze universiteit van Indonesië, vertelt Atik me. Aan de ingang van de campus is nauwelijks iets veranderd. Maar die oogde toen al modern.
De meeste studenten van nu zijn vast net als die van toen: ze stralen ambitie uit, ze willen wat bereiken in de wereld. De variatie in uiterlijk is enorm, van heel erg hippe jongens met paardenstaart tot traditioneel geklede moslimmeisjes. Ik zie er zelfs eentje een sjaal breien. Weet niet of dat nou alternatief is of niet.
We rijden de stad uit naar het oosten, de oude Groote Postweg volgend. Ik ben nieuwsgierig of ik nog iets van oude beelden terugzie. Bij de start van de koloniale oorlog, die de fraaie naam Politionele Actie kreeg, trokken de Nederlandse troepen vanuit Bandung op richting Cirebon.
Dat weet ik van mijn eigen vader, die destijds als dienstplichtig soldaat meereed op een Shermantank. Die tank strandde al na een paar kilometer met panne, voor hem gelukkig geen gevechten. Hij bleef zijn hele leven mopperen over de volstrekte ondeugdzaamheid van de spullen van het Nederlandse leger in Indië. Zondag hoorde ik dat ook weer van Jacob Vredenbregt.
Het is eigenlijk ook onvoorstelbaar: een land dat zwaar heeft geleden onder vijf jaar bezetting en nauwelijks meer iets bezit, begint zelf een oorlog aan de andere kant van de wereld. Dit opschrijven kan makkelijk worden afgedaan als een oordeel achteraf. Maar er waren toen ook al mensen die er zo over dachten, of gaandeweg over gingen denken.
Dat alles overwegend rij ik nu in een luxe auto met airconditioning over de Groote Postweg. Heel af en toe zie ik tussen huizen een glimp van rijstvelden. Maar meestal is het toch een en al verkeer, huizen, reclame.
De chauffeur zegt desgevraagd dat er op de weg naar Cirebon nog wel een beetje natuur bestaat. Ja echt, tien kilometer lang geen huizen. Maar dat is nog een stuk verder. We keren om, het landschap van de oude zwart-wit films over de Politionele Actie moet nog even wachten.
Gerda Jansen Hendriks