De dag begint geweldig. Bij het ‘ Heldenmonument’ in Surabaya krijgt een groep schoolkinderen les in marcheren. ‘Links, links, links’ klikt het uit enkele tientallen kelen. De roze uniformpjes maken het helemaal af. Rob maakt een visueel prachtige entree bij het monument.
Het bijbehorende museum geeft informatie over de herfstdagen van 1945 in Surabaya, toen de meest revolutionaire stad van het land. Centraal staat Boeng Tomo, een jongerenleider met opzwepende radiotoespraken.
Rob gooit een muntje in een apparaat en er weerklinkt een originele opname van toen. We doen dat nog een keer, nu voor geluidsman Mike. Hij kan met zijn microfoon dichtbij de luidspreker de toespraak nog eens ‘schoon’ opnemen. Zonder bijgeluiden dus. Die zijn er volop.
Het museum is een verplicht uitje voor alle scholieren uit Surabaya en omgeving. Vraag me af of dat met het toekomstige nationale geschiedenismuseum in Nederland ook het geval zal zijn.
Door naar het ereveld Kembang Kuning. Daar wordt vandaag een plaquette onthuld met namen van gesneuvelden van de Marine Luchtvaart Dienst. Kleine, maar stijlvolle plechtigheid. Er zijn enkele mensen van de Nederlandse marine overgekomen, alsmede de directeur van de oorlogsgravenstichting in Nederland.
Hij doet later voor zijn gasten nog een ronde over het terrein– grote plastic zakken over zijn glimmend gepoetste schoenen. Terecht, want het is her en der flink drassig vanwege de wolkbreuk van gisteren.
Hij vraagt ons later bezorgd, maar wel lachend, of we hem in deze uitmonstering ook gefilmd hebben. Ja en ik ga het vast ook gebruiken, zeg ik hem naar waarheid. Hij wordt niet boos.
Rob is ondertussen in gesprek met een overlevende van de Slag in de Javazee. De laatste in Indonesië. Meneer Boenandir is 88. Hij krijgt een Nederlands pensioen van 3 euro per maand.
Dat wordt gezien als een gunst, want hij is destijds te kort in dienst geweest. Daar was geen kans op, de Nederlandse marine vertrok voordat meneer Boenandir genoeg dienstjaren had opgebouwd. Zijn Nederlands is wat roestig, maar het blijft bijzonder hem te horen vertellen over zijn ervaringen.
De rest van de dag brengen we door in onze rode bus. De afstanden hier zijn altijd weer groter dan je denkt, het verkeer drukker dan waar je op hoopt. We willen naar een zandstrand met palmen. Daar kan Rob vertellen over het begin van de echte oorlog met de Republiek Indonesië, 21 juli 1947.
Om vijf uur lijken we er te zijn – een strandcomplex even voorbij Probollingo. Helaas, ze sluiten er net de hekken. Door naar een volgend strand. We halen het niet bij daglicht.
En besluiten dan ook helemaal door te rijden naar de plek waar de mariniers daadwerkelijk landden op 21 juli: Pasir Putih. Er is een uitgebreid bioscoopjournaal over. Morgen bij zonsopgang gaat Rob er over vertellen.
Gerda Jansen Hendriks