2 Staat

basic

De Belgische kwestie door Fabian de Bont

Wat als u zich niet meer thuis voelt in Nederland?

p.onbekend---Intrede_der_Hollandse_troepen

Het regeringsleger trekt Brussel binnen via de Naamse Poort op donderdag 23 september 1830

Bron: Wikicommons

In augustus 1830 heerst er in het zuidelijke deel van de Verenigd Koninkrijk der Nederlanden grote onvrede. Uit een door 30.000 inwoners ondertekende petitie blijkt dat veel zuidelijke Nederlanders na vijftien jaarBelgië en Luxemburg werden in 1815 na de vredesonderhandelingen op het internationale congres van Wenen bij het nieuw gevormde Verenigd Koninkrijk der Nederlanden gevoegd. De gedachte was dat een groter en sterker Nederland na de Napoleontische oorlogen een betere buffer zou vormen tegen Frankrijk. Willem Frederik van Oranje-Nassau werd onder de naam Willem I de eerste koning van dit Verenigd Koninkrijk der Nederland. zich nog steeds geen Nederlander voelen. Ze zijn het bestuur van koning Willem I zat: opgedrongen protestantisme, het Nederlands als voertaal en een gebrek aan parlementaire vertegenwoordiging. Tijd voor drastische maatregelen. Is afscheiding een optie? De kwestie houdt mensen in binnen- en buitenland bezig. De redactie van De IJzeren eeuw ging op pad.

Adolphe Roussel (21), student uit Leuven:


De Hollandse overheersing moet in de kiem gesmoord worden. Iedereen is er de dupe van - van jong tot oud. In het voorjaar werd ik al door die smerige kaaskoppen van de universiteit in Leuven geschorst, enkel omdat ik een kritische noot plaatste bij het beleid van Willem I. Mocht er een revolutie uitbreken, dan sta ik als eerste met een groep studenten op de barricaden.

p.onbekend - belgische opstand

Belgische opstand in 1830 op de Grote Markt te Brussel

Gustaaf Wappers, 1835

Willem (I) Frederik van Oranje-Nassau (57), koning van het Verenigd koninkrijk der Nederlanden:


Al sinds 1815 doe ik mijn uiterste best om ons prachtig koninkrijk tot één geheel te smeden. En met succes. Overal heb ik de Nederlandse taal ingevoerd en het protestantisme ingesteld. Het Zuiden heb ik zeker niet achtergesteld: Er zijn scholen, er is lucratieve mijnbouw in Wallonië en bloeiende textielhandel in Vlaanderen. Ik heb zelfs verkiezingen in het zuiden uitgeschreven - wat ben ik toch een liberaal man! Die Belgen moeten niet zeuren, ik heb zoveel voor ze gedaan. Mijn grote verjaardagsfeest met vuurwerk, dat deze week in Brussel zou worden gevierd zal ik aflasten. Want ik heb begrip voor de klachten van de Belgen die zo’n vuurwerk maar geldverspilling vinden. Nou dan doe ik het toch niet. Zie je wel dat ik ook de landgenoten in het Zuiden heel serieus neem?

Frans van Campenhout (51), Belgisch operaviolist:


Als Brabander én Belg ben ik overtuigd nationalist, maar als concertviolist van de Muntschouwburg maak ik het liefste muziek. Toch gaan deze zaken prima samen. Neem bijvoorbeeld de opera La Muette de Portici van de Franse componist Daniel Aubel : een stuk over de opstand van de Napolitanen tegen de koning van Spanje in 1647. Lang is deze opera verboden geweest in ons land, maar 25 augustus wordt de opera dan eindelijk weer opgevoerd – uitgerekend op de 58e verjaardag van ‘onze koning’ Willem. De Belgische bevolking moet zich laten inspireren door dit prachtige werk. Een unieke aanleiding om in opstand te komen. Eén plus één is twee, medebroeders, we moeten ons verzetten tegen de Hollanders! En voor de gelegenheid heb ik al een leuk deuntje gecomponeerd: ‘La Brabançonne’.

Wij willen Willem weg, wilde Willem wijzer worden, willen wij Willem weer.

Geuzenliedje onder de opstandelingen, 1830

Jan van Speijk (28), Nederlands kanonneerbootcommandant:


De Belgen moeten niet klagen. Nooit eerder heeft het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden er zo goed voor gestaan als nu. Het Nederlander zijn is een absolute eer, en wie ook maar één vinger legt op de Nederlandse vlag is voor mij een verrader. Als commandant van ’s lands kanonneerboot nummer twee, zal ik nooit mijn schip in handen laten vallen van die smerige Brabanders. Dan blaas ik nog liever mijn schip op.

Graaf von Mier (41), Oostenrijkse afgezant in Nederland: 


In die tien jaar dat ik in dit land woon, heb ik niets anders gezien dan veranderingen in alle takken van het bestuur. Daar wordt iets opgebouwd, ergens anders wordt iets afgebroken. Het is niets anders dan één grote speeltuin. Zo is een nationale taal ingesteld, die de helft van dit land niet begrijpt – om er daarna weer op terug te komen. Het is niets anders dan voorstellen, wijzigen, terugtrekken en uiteindelijk opnieuw indienen van slechte wetgeving. En eigenlijk kan het mij niets bommen, ze doen maar wat ze willen.

p.onbekend--voorlopige-regering-belgie-1830

Het voorlopige Belgische bewind in 1830

Van links naar rechts: Gendebien, Jolly, Rogier, Louis de Potter, Van de Weyer, de Coppin, de Mérode, Van der Linden, van der Linden d'Hooghvorst.

Louis de Potter (44), Belgisch journalist:


Dat wij ons los moeten wrikken van de Hollandse overheersing is duidelijk. Uiteraard staan wij - de Belgische opstandelingen - open voor dialoog, maar zolang Willem niet wijzer wil worden kunnen wij niets met hem beginnen. Daarom stel ik voor dat zowel de liberalen als de katholieken zich in het Zuiden verenigen. Eén groot monsterverbond. Aanvankelijk was ik regeringsgezind, maar nu Willem seniel begint te worden, ben ik er klaar mee. Een aristocratische gek, die koste wat kost zijn plannen wil doorvoeren. Wij laten ons niet afschepen met nep-verkiezingen of wat baantjes in Den Haag. Als er een revolutie komt, dan sta ik als eerste in Brussel. Liberalen en Katholieken, verenigt u!

Pius VIII (69), Paus van de Rooms-katholieke kerk:


Zo’n opgehitste menigte, daar zit niemand op te wachten. De katholieke kerkleiding in het Zuiden moet het goede voorbeeld geven aan hun koning; én zeker aan een koning die alleen maar het beste voor heeft met zijn volk.

Louis-Toussaint de La Moussaye (52), Frans Ambassadeur in Nederland:


De kloof tussen Noord en Zuid is enorm. De Belg haat de Hollander. En de Hollander op zijn beurt misprijst de Belg. De koning gaf nog de schijn van verkiezingen, maar in feite waren deze gemanipuleerd. Ze worden geregeerd door een vorst in wie ze geen vertrouwen hebben, worden gehinderd in hun katholieke geloof, betalen zich scheel aan belastingen en zijn onevenredig vertegenwoordigd in het parlement. De Belgen zitten in een penibele situatie en vragen zich tevergeefs af of ze een vaderland hebben. Vorige maand, in juli, brak in Parijs een oproer uit tegen de conservatieve koning Karel X, mijn laffe baas die nu naar Engeland is gevlucht. Ik verzoek de Belgische bevolking het Franse voorbeeld te volgen. En wie weet heeft één van onze generaals – thuis in Frankrijk – wel tien dagen de tijd om mee te helpen. Revolutie!

De antwoorden van ‘geïnterviewden’ zijn gebaseerd op citaten uit hun persoonlijke correspondentie, verzameld in ‘1830 - De scheiding van Nederland, België en Luxemburg’ van Rolf Falter.