Vanaf het begin van deze eeuw werd er steeds creatiever over de inrichting van woningen gedacht. Zo ontwierp J.H. van den Broek (1898-1978) in 1934 voor een door de gemeente Amsterdam uitgeschreven prijsvraag een woninginrichting die hij de ‘Optimum’ noemde.

De gemeente had de prijsvraag uitgeschreven omdat men op zoek was naar architectonische oplossingen voor het bouwen van goedkope woningen die toch kwaliteit hadden.

Van den Broek tekende zeer precieze modellen, waarbij hij voor elke ruimte tal van randvoorwaarden aangaf waaraan zelfs de meest eenvoudige woning volgens hem moest voldoen. Daarbij had hij bovendien originele ideeën.

Door het verplaatsen van een enkele losse wand en het in- of uitklappen van bedden kon een ruimte volgens hem in één keer een andere bestemming krijgen (zie tekeningen).

Op de onderstaande foto is de inrichting van een modelwoning te zien naar een ontwerp uit 1934 van Gerrit Rietveld, zonder twijfel een van de belangrijkste Nederlandse architecten en meubelontwerpers van deze eeuw.