Literatuurlijst 5
Over de jodenvervolging is Saul Friedlander toonaangevend met zijn monumentale boek 'Nazi-Duitsland en de joden' (Amsterdam, 2007). Friedlander maakt geregeld gebruik van dagboeken en andere ego-documenten waar een historicus als Raul Hilberg altijd alleen op officiële documenten had vertrouwd: 'De vernietiging van de Europese joden' (Laren, 2008).
Behalve De Jong hebben nog twee andere Nederlandse historici op zeer uiteenlopende wijze hun persoonlijke betrokkenheid met het dramatische onderwerp van de jodenvervolging in hun werk vorm gegeven: Abel J. Herzberg, 'Kroniek der Jodenvervolging, 1940-1945' (Amsterdam, 1985); Jacques Presser, 'Ondergang. De vervolging en verdelging van het Nederlandse Jodendom 1940/1945' (Den Haag, 1965).
Een recentere synthetiserende studie is: Bob Moore, 'Slachtoffers en overlevenden: de nazi-vervolging van de joden in Nederland' (Amsterdam, 1998).
Dagboeken
Weinige slachtoffers waren in de gelegenheid ook in geschrifte getuigenis af te leggen. Behalve het beroemde 'Het Achterhuis' van Anne Frank vormen de kampdagboeken van enkele tijdgenoten een belangrijke bron zoals die van de journalist Philip Mechanicus over Westerbork: 'In Depot. Dagboek uit Westerbork' (Hooghalen/Laren, 2008).
Omstanders
Na de daders en de slachtoffers betreft het meest recente onderzoeksgebied de omstanders, zoals de reacties van de Nederlandse bevolking in : Anna Timmerman, 'Machteloos? Ooggetuigen van de jodenvervolging' (Amsterdam 2007). Of van de Nederlandse politie in: Guus Meershoek, 'De dienaren van het gezag. De Amsterdamse politie tijdens de bezetting' (Amsterdam, 1999).
Maar de omstanders boden soms ook hulp: Bert-Jan Flim, 'Omdat hun hart sprak: geschiedenis van de georganiseerde hulp aan Joodse kinderen in Nederland, 1942-1945' (Kampen, 1996).
Roof
Hoezeer er geprofiteerd werd van de jodenvervolging valt te lezen in: Gerard Aalders: 'Roof, de ontvreemding van joods bezit tijdens de Tweede Wereldoorlog' (Den Haag 1999) en meer specifiek bij: Ad van Liempt, 'Kopgeld: Nederlandse premiejagers op zoek naar joden, 1943' (Amsterdam, 2002).
Roof is ook het thema van Götz Aly, die in 'Hitlers Volksstaat, Raub, Rassenkrieg und nationaler Sozialismus' (Frankfurt, 2005), aannemelijk probeert te maken dat Hitler kon rekenen op de loyaliteit van het overgrote deel van de bevolking, omdat die profiteerde van zijn moorddadige rooftochten door Europa.
Holocaust em modernisme
De socioloog Zymunt Bauman heeft de shoah uit het isolement van de joodse (of Duitse) geschiedenis bevrijd: in zijn ogen was het geen uitzonderlijke gebeurtenis maar juist een van de meest kenmerkende produkten van de moderne tijd, 'Modernity and the Holocaust' (Cambridge, 1989).
Nu de archieven in Oost-Europa geopend zijn worden steeds meer witte plekken in de topografie van de Europese Judeocide ingevuld. Er worden cross-cultural studies geschreven over de actieve rol die Oekraïeners en Baltische hulptroepen bij de jodenmoord hebben gespeeld.
Daders
In de chaos van wetenschappelijk verantwoorde detailstudies verdween het panorama van de jodenvervolging met als gevolg dat er een duidelijke behoefte ontstond, ter compensatie van de vergruizing van het algemene beeld, aan boeken waarin oorzaak en gevolg weer op een heldere manier met elkaar worden verbonden en waarin duidelijk wordt wat er eigenlijk gebeurde, hoe de moord zich voltrok, wat voor mensen de daders en de slachtoffers waren.
Dat betekent een verschuiving van de rol van de nazi-bureaucraten en de kille schrijftafelmoordenaars naar de mensen die daadwerkelijk de talloze moorden hebben uitgevoerd. Deze belangstelling voor het daderspectief vindt men terug in Karel Berkhoff, 'Harvest of despair. Life and death in Ukraine under Nazi rule' (London 2004). Een goede samenvatting van het onderzoek in de jodenvervolging biedt Dieter Pohl, 'Verfolgung und Massenmord in der NS-Zeit 1933-1945' (Darmstadt, 2003).
*met dank aan Dick van Galen Last (NIOD)