Joodse onderduikers op platteland

In de loop van 1943 zitten ongeveer 25.000 Joden ondergedoken. Onderduiken is meestal het veiligst op het platteland. Het kan daar ook mis gaan, zoals op een boerderij in de Haarlemmermeer.

Bron: De Oorlog, deel 5 (1 min. 6 sec.)

Media:

  • Joodse onderduikers op platteland
    Joodse onderduikers op platteland
    In de loop van 1943 zitten ongeveer 25.000 Joden ondergedoken. Onderduiken is meestal het veiligst op het platteland. Het kan daar ook mis gaan, zoals op een boerderij in de Haarlemmermeer.
    Bron: De Oorlog, deel 5 (1 min. 6 sec.)
    Uitstel door 'Sperren'
    Uitstel door 'Sperren'
    De Duitsers gaven via de Joodse Raad in Amsterdam 17.500 fel begeerde 'Sperren' uit, uitstel voor deportatie. Juliette Binger zag het als alternatief voor onderduiken. Maar het uitstel is tijdelijk, merkt Jules Schelvis.
    Bron: De Oorlog, deel 5 (1 min. 27 sec.)
    Nederlandse Jodenjagers
    Nederlandse Jodenjagers
    Niet alleen Duitsers zoeken naar joodse onderduikers. Ze kregen hulp van Nederlandse premiejagers van het Amsterdamse Bureau voor Joodse Emigratie die ongeveer 15.000 Joden oppakten.
    Bron: De Oorlog, deel 5 (1 min. 55 sec.)

Joodse onderduikers

Enkele tienduizenden joodse Nederlanders probeerden aan internering en deportatie te ontsnappen door onder te duiken, door zich onzichtbaar te maken.
Eenvoudig was dat niet. Duitsers en Nederlandse handlangers van de bezetter loerden op alles wat ze verdacht vonden; mensen met een uitgesproken joods uiterlijk moesten daarom ook totaal onzichtbaar blijven.

Anderen waagden zich geregeld wel op straat, met een vals persoonsbewijs bijvoorbeeld, maar dan liepen ze in de streng gecontroleerde samenleving die Nederland tijdens de oorlog was toch wel erg veel gevaar.

Voor onderduik had je vooral veel geld nodig, want er waren vrijwel geen adressen beschikbaar waar de onderduikgevers in staat en bereid waren je geheel te onderhouden. Dat kon erg duur worden voor grote gezinnen.

Verder was het vervoer een groot probleem; auto’s waren er haast niet en reizen met het openbaar vervoer was door de intensieve controles vrijwel onmogelijk.

Ouders gingen er vaak toe over hun kleine kinderen mee te geven aan onderduikorganisaties, waardoor ze in een permanente staat van ongerustheid kwamen te leven.

Soms haalden ze hun kinderen toch weer terug, soms stelden ze als voorwaarde dat ze bij deportatie hun kinderen per se wilde meenemen. Maar de beslissing onder te duiken was in alle gevallen bijzonder moeilijk.

Door het verborgen karakter van de onderduik is er geen exact getal bekend. De nieuwste schattingen zitten rond de 28.000 Joodse onderduikers, van wie mogelijk tweederde de oorlog heeft overleefd.

Zeker is dat de ervaringen van de onderduikers enorm uiteenlopen, en dat alle vormen van geluk en pech – en alles daartussenin – zijn voorgekomen.


Bronnen:
*Bert-Jan Flim, 'Omdat hun hart sprak: geschiedenis van de georganiseerde hulp aan Joodse kinderen in Nederland, 1942-1945' (Kampen, 1996)
*Bob Moore, 'Slachtoffers en overlevenden: de nazi-vervolging van de joden in Nederland' (Amsterdam, 1998)
*Anna Timmerman, 'Machteloos? Ooggetuigen van de jodenvervolging' (Amsterdam 2007)
Voor degenen die onderduikers in huis namen waren er naast het gevaar voor ontdekking ook allerlei praktische problemen. Een domineesvrouw schreef in haar dagboek:

[...] 'Daarom is het voor iedere niet-jood, die er over denkt aan zoo'n vluchteling een bergplaats te verschaffen, haast ondoenlijk, omdat we allemaal een tekort aan voedsel en brandstoffen hebben.

Wij hebben al moeite gedaan om een schuilplaats te vinden, maar het is uiterst moeilijk, omdat er zoo'n groot gevaar voor je zelf ook nog aan verbonden is. Want wie een jood verbergt, is zelf strafbaar.

Niemand zou het dus mogen weten; er moeten geen kinderen in huis zijn, die in hun onschuld het verraden; geen dienstbode die kletst; bij bezoek, zelfs als er maar aan de voordeur gebeld wordt, moet de vluchteling zich opsluiten; hij mag nooit op straat komen!

En hoe lang kan dit duren? Is dit niet iets, wat je zenuwen niet uithouden? Ik geloof, dat ik nooit meer in slaap zou komen, als ik zoo'n vervolgde in huis had.'



Bron:
*NIOD, dagboek 825.