1e Auschwitz herdenking in 1952
Pas in 1952 kwam er een plek in Amsterdam waar de in de oorlog vermoorde Nederlandse Joden konden worden herdacht. Centraal stond een urn met as uit Auschwitz, opgehaald in Polen. Met Max van den Berg.
Bron: De Oorlog, deel 9 (3 min. 36 sec.)
Media:
Waar moet de urn heen?
In 1952 moest een urn met gevuld met as van in Auschwitz van vermoorde joden een geschikte plaats in Nederland vinden. Dat bleek verre van eenvoudig te zijn.
Moest die urn op een joodse begraafplaats worden bijgezet? Maar was het dan wel absoluut zeker dat er geen as van niet-joodse slachtoffers in de urn zat? Was het dan niet beter de urn op een algemene begraafplaats te begraven? Tegen alle oplossingen rezen wel van een of andere zijde bezwaren. Bovendien bleken er opeens volop bezwaren tegen de mensen die bij de plechtigheid in Auschwitz aanwezig waren geweest: ze zouden teveel onder communistische invloed staan. En dat was in 1952 zeer verdacht. Nederland was in de ban van de Koude Oorlog, de strijd tussen Oost en West.
Het plan van het herdenkingscomité om de urn bij te zetten bij het voorlopige monument voor de Februaristaking, op het Jonas Daniel Meyerplein in Amsterdam, haalde de eindstreep ook niet.
De urn was zolang gestald bij een van de delegatieleden thuis. Een breed samengestelde commissie moest een uitweg uit de impasse zien te vinden.
Dat leek te lukken: de urn zou tijdelijk worden bijgezet op de Nieuwe Oosterbegraafplaats, tot het monument voor de Februaristaking klaar zou zijn, dan zou het daar, in de sokkel van De Dokwerker, worden ingemetseld.