1e Auschwitz herdenking in 1952
Pas in 1952 kwam er een plek in Amsterdam waar de in de oorlog vermoorde Nederlandse Joden konden worden herdacht. Centraal stond een urn met as uit Auschwitz, opgehaald in Polen. Met Max van den Berg.
Bron: De Oorlog, deel 9 (3 min. 36 sec.)
Media:
De urn en de politiek
De voorlopige bijzetting van de urn uit Auschwitz was gepland voor zaterdag 3 mei 1952 – op die dag zou de dodenherdenking plaatsvinden, op zaterdag, om de zondagsrust niet te verstoren.
Het leek een oplossing waarmee iedereen kon leven. Burgemeester D’Ailly van Amsterdam was ook enthousiast. Maar toen de plannen in de kranten werden besproken, kwamen er nieuwe bezwaren. Uit sommige joodse kringen tegen het houden van zo’n gevoelige plechtigheid op een zaterdag. En het Nieuw Israelitisch Weekblad eiste dat de urn toch op een joodse begraafplaats zou komen.
Daar waren de leden van de delegatie die de urn uit Polen hadden meegenomen weer ontstemd over. Zij weigerden de urn uit handen te geven.
De zaak werd nu ook steeds politieker. Dagblad De Waarheid, orgaan van de CPN, zette de urn centraal in de verkiezingscampagne die op dat moment woedde, als symbool voor de strijd tegen herlevend fascisme.
Het sociaal-democratische Vrije Volk schreef dat de urn inmiddels door De Waarheid was geannexeerd. De Waarheid besteedde vervolgens vele kolommen aan een plan om op 15 juni, tien dagen voor de verkiezingen, een plechtigheid te houden ter herdenking aan Auschwitz en ter bestrijding van het fascisme.
Uiteindelijk kwam er een compromis uit: op zondag 15 juni zou er een defilié gehouden worden langs de urn, die zou worden opgesteld in een uitvaartcentrum aan de Amsterdamse P.C. Hooftstraat. De volgende dag zou de urn dan in stilte worden bijgezet op de Nieuwe Oosterbegraafplaats.
De Waarheid riep partijleden uit het hele land op om in Amsterdam te komen defileren, langs de urn, maar ook tegen de kabinetspolitiek van de KVP en de PvdA.