'De Bezetting' van De Jong op tv

In de jaren vijftig raakt de oorlog op de achtergrond. Maar door de 21-delige tv-serie 'De Bezetting' (1960-65) van dr. L. de Jong raakt de oorlog weer in de belangstelling. Een miljoenenpubliek ziet voor het eerst het hele verhaal.

Bron: De Oorlog, deel 9 (2 min. 14 sec.)

Media:

  • 'De Bezetting' van De Jong op tv
    'De Bezetting' van De Jong op tv
    In de jaren vijftig raakt de oorlog op de achtergrond. Maar door de 21-delige tv-serie 'De Bezetting' (1960-65) van dr. L. de Jong raakt de oorlog weer in de belangstelling. Een miljoenenpubliek ziet voor het eerst het hele verhaal.
    Bron: De Oorlog, deel 9 (2 min. 14 sec.)

Ontstaan tv-serie

Het monument voor de Tweede Wereldoorlog dat L. de Jong vanaf 6 mei 1960 oprichtte was verhalend van aard, het was voor heel veel mensen totaal onbekend, en het was te zien op het nieuwe medium televisie dat in Nederland begon door te breken.
Toen in 1956 het NTS-Journaal van start ging stonden er in Nederland 30.000 televisietoestellen, in 1960 waren dat er al tegen de miljoen, en toen De Jong op de helft was, in 1962, hadden twee miljoen gezinnen een apparaat in huis staan.

Het idee om de Tweede Wereldoorlog uitvoerig te gaan behandelen op de televisie was trouwens ontstaan in kringen van de VARA. Maar uiteindelijk werd het, vanwege het nationale karakter, toebedeeld aan de NTS, de Nederlandse Televisie Stichting die de gezamenlijkheid vertegenwoordigde en dus boven de omroepen stond.

Het idee was niet van De Jong, hij kwam er eigenlijk pas heel laat bij, zes weken voor de eerste uitzending gepland stond. Hij liet zich, toen hij eenmaal had besloten deze klus op zich te nemen, bijstaan door deskundige mensen uit zijn vertrouwde omgeving van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie.

Regisseur was VARA-man Milo Anstadt, producer was NTS-medewerker Ben Klokman. Voor de eerste uitzending had De Jong in een persbulletin de uitgangspunten geformuleerd.

Hij wilde het verleden laten herleven, voor de ouderen omdat die nooit geweten hadden wat er achter de schermen was gebeurd, hoe het écht gegaan was; voor de jongeren omdat zij slechts een vaag idee hadden van hoe er door velen gestreden was.

De Jong wilde vooral de strijdende mens laten zien en horen; hij was van plan vele ooggetuigen aan het woord te laten over de bezettingsperiode. En hij wilde een groot publiek bereiken:

‘Wanneer ik één hoop mag uiten, laat het deze zijn: dat in de gezinnen in den lande alom de ouders met de oudere kinderen om het televisietoestel geschaard zijn om zich samen te verdiepen in het begin van die grootse strijd die ik in de lange reeks programma’s zal trachten uit te beelden.’

Meer over dit onderwerp