Vandaag gebruik ik de taxi vooral als rijdende redactie. Omdat we een aantal mensen niet kunnen interviewen door ziekte, zijn we hard op zoek naar alternatieven. Best lastig maar we blijven het proberen.
Eerst bel ik in het hotel nog even met Step Vaessen, voormalig correspondent voor de NOS. Zij woont in Jakarta en werkt nu vooral voor de Arabische nieuwszender Al Jazeera. Ik vraag of zij misschien nog Nederlandse veteranen kent die hier wonen. Dat blijkt niet zo simpel te zijn.
Eenmaal in de taxi op weg naar het Nationaal Archief bel ik een aantal mensen die veteraan zijn van het regeringsleger, Tentara Nasional Indonesia (TNI). Indonesiërs dus. Al gauw heb ik een goed gesprek in het Nederlands met een oude generaal.
Via hem krijg ik het nummer van luitenant generaal b.d. Purbo. Een allervriendelijkste man die me graag wil ontvangen. Ik spreek af er rond twee uur te zijn.
Inmiddels is de taxi bij het archief aangekomen en blijken de bestelde foto´s nog niet klaar en moet ik even wachten. Aan de overkant van de straat drink ik een cola en keer daarna terug naar het archief. De foto´s en kopieën zijn klaar, ik dank iedereen heel hartelijk en besluit voordat ik de taxi instap nog even wat te eten.
Aan de overkant van het restaurant is de ingang van de Moskee. Terwijl ik net aan mijn Nasi timbel ayam bakar begin, roept de imam op tot het vrijdagmiddaggebed. Overal vandaan komen mannen met gebedskleedjes aangelopen. En als ik klaar ben met eten, stroomt de moskee weer leeg.
De taxichauffeur die me naar meneer Purbo zal brengen is nog maar een maand in Jakarta en heeft grote moeite het adres te vinden. Na diverse telefoontjes met meneer Purbo lukt het dan eindelijk toch.
Luitenant generaal b.d. Purbo van de TNI ontvangt me allerhartelijkst. Hij biedt me frisdrank en heerlijke klepons aan. Dat zijn zoete Indische hapjes, gemaakt van kokos en bruine palmsuiker.
De heer Purbo weet me het een en ander te vertellen over het begin van de oorlog in 1942 toen hij op de HBS zat in de stad Malang. Hij woonde destijds tegenover een lagere school waar KNIL soldaten waren ingekwartierd.
Toen de oorlog daadwerkelijk begon, zag hij deze soldaten hun uniform uittrekken en weglopen. Dat verbaasde hem zeer. En dat terwijl op de radio door Generaal ter Poorte was gezegd: ‘Beter staande sterven dan knielend leven.’
We praten verder over de oorlog en de naoorlogse periode en hij adviseert mij nog twee andere mensen te benaderen die in de periode van 1945 tot 1949 betrokken waren bij de strijd tegen de Nederlanders. Een boeiende middag met een interessante, vriendelijke en behulpzame man.
Terug in de taxi kijk ik met de kaart in de hand of deze chauffeur de weg kent in deze metropool. Ook dit keer heb ik pech en kan hij het niet vinden. Met gebarentaal en mijn woordenboekje komt het dan toch nog goed en kom ik aan bij het hotel.
Yfke Nijland