Vandaag probeer ik vanuit het hotel contact te krijgen met een aantal andere mensen die gevochten hebben voor de onafhankelijkheid van Indonesië.
Ik zoek, op aanraden van luitenant generaal b.d. Purbo, contact met zijn vriend de heer Sukotjo. Hij staat op het punt om weg te gaan en we spreken af dat ik aan het eind van de dag nog een keer bel.
Op verzoek van collega Hein Hoffmann ga ik voor het jeugdprogramma ‘13 in de Oorlog’ kijken bij de Kippenbrug (Hoenderpasserbrug) over de Kali Besar in het voormalige Batavia, nu Noord-Jakarta.
De chauffeur van de taxi stopt eerst bij een onbestemde brug maar hij begrijpt dat hij verder moet rijden. Dan opeens zie ik de brug die ik wel ken van foto’s uit het archief. Het heeft iets geks zo’n Hollandse brug in deze stad.
De chauffeur zet de auto aan kant van de weg en ik stap uit om te gaan kijken. De Kali stroomt richting zee en stinkt verschrikkelijk. Er drijft van alles in; het is niet best gesteld met het rioleringssysteem hier in deze miljoenenstad. Maar de brug levert een aardig plaatje op.
Een tocht naar de passagiersterminal in de haven van Tandjong Priok waarvandaan de Nederlandse mensen vertrokken na de oorlog leidt tot niets; de chauffeur doet erg zijn best en we zien hoeveel boeiende haventaferelen maar de terminal vinden we niet. Ik besluit deze poging te staken.
Inmiddels weet ik via een sms van collega Gerda Jansen Hendriks dat ze met zijn vieren met het vliegtuig onderweg zijn vanuit Malang (Oost-Java) naar Jakarta. Bij aankomst zullen er opnamen worden gemaakt op het Nederlandse Ereveld Menteng Pulo.
Met een taxi ga ik daar ook naar toe. Opzichter meneer Jan weet dat we komen en wacht ons op. Ik bel aan het eind van de middag nogmaals meneer Sukotjo. Morgenochtend ben ik van harte welkom.
Yfke Nijland
L.s.
De juiste naam van deze brug was Hoenderpasserbrug.
Ik ben er nog in de Nederlandse tijd en na de Onafhankelijkheid overheen gelopen.
M.vr.gr.
Chris Erdtsieck