Oorlogsvrijwilligers tegen Japan
Voor de strijd tegen Japan melden zich tot en met de zomer van 1945 in bevrijd Nederland 60.000 oorlogsvrijwilligers aan. waaronder Leo Bromlewe. Hij heeft een zus in een Jappenkamp en hij wil de Indonesiërs bevrijden.
Bron: De Oorlog, deel 8 (2 min.)
Media:
-
Oorlogsvrijwilligers tegen JapanVoor de strijd tegen Japan melden zich tot en met de zomer van 1945 in bevrijd Nederland 60.000 oorlogsvrijwilligers aan. waaronder Leo Bromlewe. Hij heeft een zus in een Jappenkamp en hij wil de Indonesiërs bevrijden.Bron: De Oorlog, deel 8 (2 min.)Britten landen op JavaDe Britten landen op 30 september 1945 op Java nemen het militaire commando van Indonesië over. Ze willen vanwege de revolutie geen Nederlandse troepen in Indonesië, alleen de legertop is welkom. Die nemen een parade af.Bron: De Oorlog, deel 8 (39 sec.)
-
Indisch marinepersoneel gastvrij ontvangenUit Nederlands-Indië gerepatrieerd marinepersoneel wordt, met vrouwen en kinderen, opgevangen in een gebouw van de Nederlandse Marine in Doorn.Bron: Beeld en Geluid: Polygoon Hollands Nieuws, januari 1946
Mariniersbrigade naar Indië
Al tijdens de oorlog had minister van Marine Furstner tot de oprichting van een Mariniersbrigade besloten. Die moest uit zo’n 7000 man bestaan en al in 1943 beginnen met voorbereidingen op de strijd tegen de Japanners, die Nederlands-Indië uitgejaagd dienden te worden.
Furstner liet alle 400 Nederlandse mariniers die waar ook ter wereld beschikbaar waren naar Amerika gaan, naar Camp Lejeune in North Carolina, om de basis van de nieuwe brigade te vormen. Toen Zuid-Nederland in het najaar van 1944 bevrijd was, kwamen de eerste vrijwilligers uit Nederland erbij via Schotland. Het waren OVW-ers, oorlogsvrijwilligers, voor wie een massale wervingsactie op touw was gezet.
Heel hard liep het niet, maar na mei 1945 waren er toch enkele duizenden op weg naar het trainingskamp in de Verenigde Staten. Dat Japan in augustus 1945 capituleerde en dus niet meer verjaagd hoefde te worden, speelde geen rol meer.
De doelstelling werd soepel aangepast - de Mariniersbrigade zou goede diensten kunnen bewijzen bij het weer onder Nederlands gezag brengen van het inmiddels in een revolutionair proces verzeild geraakte Indonesië.
Maar de Mariniersbrigade was niet voor het geluk geboren. Toen eind 1945 duizenden mariniers aangevoerd werden, mochten ze Indonesië niet in, althans niet allemaal tegelijk.
De Engelsen, die tijdelijk de macht in Indië toegewezen hadden gekregen, waren bang voor verhoging van de spanning. De dwarse marinetopman admiraal Helfrich koos voor alles of niets: de op avontuur beluste mariniers mochten zich een tijd gaan zitten opvreten op een oude plantage in Malakka.
Het zou tot begin maart 1946 duren eer ze in Surabaya hun plek mochten innemen. Ongeveer dezelfde ervaring hadden de landmachtsoldaten die vanuit Nederland naar Indonesië werden verscheept. Ook zij moesten wachten voor ze naar binnen mochten.