Revolutie in Indonesië
Na de Japanse overgave in augustus 1945 breekt er revolutie uit in Indië. Nederlanders blijven in de kampen, de geallieerden zijn er nog niet, Japanners geven hun wapens (gedwongen) af. Met de Sukotjo's.
Bron: De Oorlog, deel 8 (1 min. 44 sec.)
Media:
-
Revolutie in IndonesiëNa de Japanse overgave in augustus 1945 breekt er revolutie uit in Indië. Nederlanders blijven in de kampen, de geallieerden zijn er nog niet, Japanners geven hun wapens (gedwongen) af. Met de Sukotjo's.Bron: De Oorlog, deel 8 (1 min. 44 sec.)Indisch Nieuws maart 1946Japanse leger in Batavia; Nederlandse en Engelse militairen ontschepen in Tandjong Priok; vrouwen en kinderen worden in Makasar uit een ex-interneringskamp van de Japanners gehaald.Bron: Beeld en Geluid: Polygoon Hollands Nieuws, maart 1946
-
Britten landen op JavaDe Britten landen op 30 september 1945 op Java nemen het militaire commando van Indonesië over. Ze willen vanwege de revolutie geen Nederlandse troepen in Indonesië, alleen de legertop is welkom. Die nemen een parade af.Bron: De Oorlog, deel 8 (39 sec.)Batavia 1945 en persconferentie Van MookStraatleven in Batavia in oktober 1945 met nationalistische leuzen en vlaggen; soldaten houden wacht bij paleis waar luitenant-gouverneur-generaal H.J. van Mook is.Bron: Beeld en Geluid: Polygoon Hollands Nieuws, oktober 1945
Bersiap en revolutie na de capitulatie
De Nederlanders in Nederlands-Indië waren tot augustus 1945 geïnterneerd in kampen, maar konden na de capitulatie van de Japanse bezetter vrijwel geen stap verzetten, omdat er op straat revolutie heerste.
Deze maanden in 1945-46 waarin er geen duidelijk gezag meer was en er een hoop chaos in Indonesië was, wordt Bersiap-periode genoemd.Nederlandse soldaten mochten het land niet in. De geallieerden hadden Engeland voorlopig belast met de taak om in het land voor rust en orde te zorgen, en het weer toelaten van Nederlandse soldaten zou daar bepaald niet toe bijdragen.
Uit angst voor het revolutionaire geweld bleven de Nederlanders voorlopig in de kampen, waar ze beveiligd werden door dezelfde Japanners die hen er eerst hadden onderdrukt.
In de straten hingen pamfletten die de Nederlanders waarschuwden zich rustig te houden en zich nergens mee te bemoeien. Een van die pamfletten was gericht aan alle Hollanders en Indo’s en luidde:
‘Wij verzoeken U voor de laatste maal Uw houding
Ten aanzien van het Indonesische volkswil tot zijne
Onafhankelijkheid te corrigeren.
Uwe gangen worden steeds nagegaan!
Derhalve, indien U zoudt willen trachten de rust
En orde, geëist door het Engelse bezettingsleger,
te verstoren, zullen wij U allen vernietigen.
Dus weest gewaarschuwd !!!’
En het bleef niet bij waarschuwingen. Er is een onafzienbare rij gewelddadigheden gepleegd tegen Nederlanders, Indo’s, Chinezen, maar ook tegen de gewone dessabevolking. Redeloos geweld heerste op straat. En totale chaos. De Indonesische architect en schrijver Y.N. Mangunwijaya noteerde:
‘Deze Merdeka-tijd was een verschrikkelijk moeilijke tijd. Vroeger wist je zeker wie het dorpshoofd was en wie de assistent-wedana was, en wie van de veldpolitie en wie van het leger, klaar, afgelopen.
Je wist waar je ze vinden kon en je wist of je ze om hulp kon vragen, voor dit of voor dat. Maar vandaag de dag liepen zelfs de kleine hummels al met een kapmes en exerceerden met bamboesperen. Als struikrovers!’
Historicus L. de Jong maakt melding van een transport van rond de driehonderd vrouwen en kinderen naar Surabaya van wie er meer dan honderd omkwamen doordat de vrachtauto’s die hen vervoerden door 'pemuda’s' in brand gestoken werden. De Brits-Indische militairen die ze moesten beschermen werden eveneens allemaal gedood.
En in het gedeelte van Bandoeng dat buiten de Britse invloedssfeer viel, werden in één detentieoord minstens tachtig Nederlanders en Indische Nederlanders vermoord en in een massagraf gestopt.
Overal in het land hebben zich gevallen voorgedaan waarbij Nederlandse en Indisch-Nederlandse mannen gemarteld zijn en vermoord. Ook werden gehele gezinnen van Nederlanders, Indische Nederlanders en Ambonezen om het leven gebracht – soms werden de slachtoffers levend begraven.
Van de Nederlandse, Indisch-Nederlandse en Ambonese vrouwen en meisjes werden velen verkracht, sommigen bovendien vermoord na op de meest sadistische manier gemarteld te zijn.
Bronnen:
*Joop van den Berg, 'Bersiap' (Den Haag, 1993)
*Pamflet uit collectie NIOD
*L. de Jong, 'Het Koninkrijk', deel 12 Epiloog, tweede helft, pag. 726, noot 1.