De ochtend beginnen we in Malang met het filmen van de Nederlandse villa’s die daar nog staan. Ik wil de shots straks gebruiken voor de scène rond mei 1940 in Indië. Als Duitsland Nederland binnenvalt wordt er in de hele archipel via de radio een codebericht uitgezonden.
Alle bestuursambtenaren weten wat ze dan moeten doen: de Duitsers in hun gebied arresteren. Er zijn fraaie dagboekfragmenten over de gemengde gevoelens bij de ambtenaren, want natuurlijk zijn niet alle Duitsers nazi’s. Maar opgebracht worden ze allemaal.
Daarna stress op weg naar het vliegveld. Ik heb me vergist in tijden en we dreigen het enige vliegtuig dat vandaag nog naar Jakarta gaat te missen. Veel grappen over een terugkeer naar het prima hotel waar we logeerden. Gelukkig hoeft dat niet. Het toestel is licht vertraagd, we zijn eigenlijk keurig op tijd.
In Jakarta gelijk door naar de Nederlandse erebegraafplaats Menteng Pulo. Daar vertelt Rob onder meer over de vele dienstplichtigen die na 1945 naar Indonesië werden gestuurd. Net als vorige keer word ik hier tamelijk treurig.
Een willekeur kruis: soldaat Smeets. Hij is nog geen 21 geworden. Geallieerde militairen uit de Tweede Wereldoorlog hebben bij ons een heldenstatus. Dat geldt veel minder voor de Nederlanders die in Indonesië vochten.
Veel tijd voor reflectie is er niet. Het blijft lastig dat het hier zo tegen half zes te donker wordt om te filmen. Het ereveld is groot, er is veel de moeite waard.
Bovendien krijgen we na eerdere vergeefse pogingen toch toestemming om vanaf het dak van een naburig groot hotel te filmen. Slecht voor mijn latente hoogtevrees, maar een mooi slot van de dag.
Gerda Jansen Hendriks