Onderwijzers onderwezen

In de loop van de 19de eeuw werden de eisen aan het onderwijzend personeel hoger en de normen van ‘s Rijks examencommissies strenger. Het was niet langer voldoende dat een aspirant-onderwijzer bij een ervaren collega aanklopte met het verzoek hem klaar te stomen voor het examen.
Leerlingen van de kweekschool in het Zeeuwse Oostburg oefenen om later gymnastiekles te kunnen geven.
[klik voor vergroting]
De overheid voorzag dan ook in een behoefte door het oprichten van rijks- en gemeentekweekscholen. Tussen 1860 en 1880 werd het aantal rijkskweekscholen van één naar zeven uitgebreid. In Amsterdam werd in 1876 de eerste gemeentelijke kweekschool opgericht.

Daarnaast kwamen zogeheten normaalscholen. Dat waren geen echte scholen, maar cursussen op de vrije woensdag- en zaterdagmiddag en in de avonduren. Het programma was toegespitst op het examen.

Gevolg was een sterke daling van het aantal ‘krullenjongens’: kwekelingen die veelal bij een schoolhoofd inwoonden. Overdag hielpen ze bij het lesgeven of zaagden ze krijt in reepjes; ‘s avonds studeerden ze voor hun examen.

Op de foto oefenen leerlingen van de kweekschool in het Zeeuwse Oostburg om later gymnastiekles te kunnen geven.

Hieronder een getuigschrift uit 1901, wegens het behalen van een onderwijzersakte aan de rijkskweekschool voor onderwijzeressen te Apeldoorn, de enige rijkskweekschool in het land waar meisjes terecht konden.

Getuigschrift uit 1901, wegens het behalen van een onderwijzersakte aan de rijkskweekschool voor onderwijzeressen te Apeldoorn.
[klik voor vergroting]

Der Kaiser

1918 - Op 10 november 1918 meldde zich bij de Limburgse grenspost Eysden de Duitse keizer Wilhelm II. Hij was Duitsland ontvlucht, nadat de oorlog was verloren en de monarchie was afgeschaft. Een majoor liet de vorst door, en het kabinet-Ruys de Beerenbrouck besloot na enige aarzeling de keizer toe te laten. Tot 1920, toen een geallieerd verzoek de man als oorlogsmisdadiger uit leveren was afgewezen, logeerden Wilhelm en zijn gezin op het kasteel Amerongen. Tot zijn dood in 1941 woonde 'Der Kaiser' vervolgens op het huis Doorn, er tot het laatst van overtuigd dat zijn val het gevolg was geweest van een joodse samenzwering. In 1941 wenste hij Adolf Hitler geluk met diens militaire acties. Die stuurde voor de begrafenis van de keizer een rouwkrans met hakenkruis. Leo Gestel maakte in 1919 deze spotprent van de vorst in ‘zijn laatste uniform’.