Eerste anti-joodse maatregelen

In de prachtige zomer van 1940 worden kort na de capitulatie van Nederland al de eerste anti-joodse verordeningen voorbereid.

Bron: De Oorlog, deel 2 (1 min. 40 sec.)

Media:

  • Eerste anti-joodse maatregelen
    Eerste anti-joodse maatregelen
    In de prachtige zomer van 1940 worden kort na de capitulatie van Nederland al de eerste anti-joodse verordeningen voorbereid.
    Bron: De Oorlog, deel 2 (1 min. 40 sec.)
    Registratie van Joden
    Registratie van Joden
    Januari 1941 begint de bezetter met verordening VO 6/1941: de schriftelijke registratie van 160.000 Joden in Nederland. De uitvoering ligt in handen van Nederlandse ambtenaren, een initiatief van Jacob Lentz.
    Bron: De Oorlog, deel 2 (1 min. 11 sec.)
    Persoonsbewijzen van Lentz
    Persoonsbewijzen van Lentz
    De Nederlandse ambtenaar Jacob Lentz ontwikkelt aan het begin van de bezetting een lastig na te maken Persoonsbewijs dat de Duitsers prima diensten bewijst. Het is 'een perfect document'.
    Bron: De Oorlog, deel 2 (2 min. 57 sec.)
  • Houding Nederlandse ambtenaren
    Houding Nederlandse ambtenaren
    De Nederlandse ambtenaren probeerden de bezetter te beïnvloeden ten gunste van de bevolking. Voor de joodse bevolkingsgroep werd zeer weinig gedaan.
    Bron: De Oorlog, deel 2 (50 sec.)
    Zorgeloze zomer 1940
    Zorgeloze zomer 1940
    Tijdens de ongewone mooie zomer van 1940 ziet Nederland er zorgeloos uit. Ook voor Edith van Hessen gaat alles nog z'n gewone gang.
    Bron: De Oorlog, deel 2 (1 min. 1 sec.)

Anti-joodse maatregelen

De Duitse bezetter begon het leven voor Joden steeds meer te beperken. Eerst mogen Joden niet meer op de markt komen, daarna worden de joodse ambtenaren ontslagen.
Ze mogen niet meer met niet-Joden werken, joden mogen niet meer in zwembaden, openbare parken, bioscopen, schouwburgen, concerten en bibliotheken komen.

Ze mogen ook niet meer in niet-joodse (sport)clubs en niet meer reizen of verhuizen zonder vergunning. Zo worden de Joden stukje bij beetje van het normale leven uitgesloten en hun vrijheid steeds verder ingeperkt.

‘Een van de noodlottigste verordeningen uit de bezettingsjaren’
– zo noemt historicus dr L. de Jong de verordening VO 6/1941, uitgevaardigd op 10 januari 1941. De elf artikelen gaan over de aanmeldingsplicht van ‘personen van geheel of gedeeltelijk joodse bloede’.

Dit was niet de eerste anti-joodse maatregel van de bezetter, maar wel een van de meest ingrijpende. En eentje waar al vroeg werk van werd gemaakt.

Inmiddels weten we uit historisch onderzoek dat deze verordening negen voorontwerpen heeft gekend, negen versies, waarin de Duitse bureaucratie steeds nieuwe, scherpere definities formuleerde voor dat ene doel: de joden van Nederland in beeld te brengen om hen te kunnen isoleren en daarna verwijderen.

Negen versies – dat betekent dat er al vrijwel onmiddellijk na de installatie van het nazi-bewind in Nederland mee is begonnen. De anti-joodse politiek had vanaf het begin de hoogste prioriteit, al merkte de bevolking daar aanvankelijk nog weinig van.

Maar achter de schermen draaiden de voorbereidingen al op volle toeren. Dat weten we ook omdat incidenteel de notulen bewaard zijn gebleven van het wekelijkse Duitse topberaad in ons land, de zogeheten 'Chefsitzung'.

Rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart bespreekt daar elke zaterdag het beleid met zijn naaste medewerkers. Op 24 augustus 1940 brengt Generalkommissar Fritz Schmidt in dit beraad rapport uit over de voortgang inzake de anti-joodse maatregelen. Hij meldt:

‘De actie tegen de joden is in voorbereiding en zal in de naaste toekomst worden uitgebreid, en wel tot de arisering.’

Met ‘arisering’ wordt het plan bedoeld om de joden al hun bedrijven te ontnemen. Schmidt deelt de collega’s mee dat er al een flinke stapel verordeningen klaarligt. Zo zijn de regels voor de naamsregistratie van alle joden al opgesteld en liggen ook de plannen klaar om alle joden uit het culturele leven te verwijderen.

Uit de gedachtewisseling tijdens de Chefsitzung blijkt duidelijk dat misleiding van het publiek een essentieel onderdeel van de strategie vormt. Geleidelijk zullen de maatregelen worden doorgevoerd, en de ontrechting zal sluipend gebeuren.


Bronnen:
*Coen Stuhldreher, 'De legale rest' (Amsterdam, 2007)
*L. de Jong, 'Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog' (deel 5, pagina 156)