Reactie op Duitse bezetting

De Nederlandse bevolking wacht de Duitse bezettingsmacht op 15 mei 1940 gelaten op, koningin en regering zijn naar Engeland gevlucht en Nederlandse ambtenaren blijven hun werk gewoon doen.

Bron: De Oorlog, deel 2 (37 sec.)

Media:

  • Reactie op Duitse bezetting
    Reactie op Duitse bezetting
    De Nederlandse bevolking wacht de Duitse bezettingsmacht op 15 mei 1940 gelaten op, koningin en regering zijn naar Engeland gevlucht en Nederlandse ambtenaren blijven hun werk gewoon doen.
    Bron: De Oorlog, deel 2 (37 sec.)
    Incident in Silvolde
    Incident in Silvolde
    In Silvolde in de Achterhoek komt het tot een confrontatie tussen burgemeester Boot en de lokale NSB, uitgelokt door de ambitieuze NSB'er Borggreven. De Duitse bezetter kiest uiteindelijk voor de burgemeester.
    Bron: De Oorlog, deel 2 (3 min. 4 sec.)
    Houding Nederlandse ambtenaren
    Houding Nederlandse ambtenaren
    De Nederlandse ambtenaren probeerden de bezetter te beïnvloeden ten gunste van de bevolking. Voor de joodse bevolkingsgroep werd zeer weinig gedaan.
    Bron: De Oorlog, deel 2 (50 sec.)

Burgemeester in oorlogstijd

Als Nederland op 15 mei 1940 capituleert, is de koningin met haar voltallige kabinet al naar Londen gevlucht. Het Nederlandse bestuur komt onder gezag van Rijkscommissaris Seyss Inquart.
De dagelijkse leiding over het Ministerie van Binnenlandse Zaken ligt bij de hoogste Nederlandse ambtenaar, secretaris-generaal mr. K.J. Frederiks.

Als waarnemer van de Nederlandse minister in ballingschap moet Frederiks de ruim duizend Nederlandse burgemeesters aansturen en hun beleid zo goed mogelijk coördineren. Ook onderhoudt hij namens hen de contacten met de hoogste Duitse autoriteiten.

Frederiks denkt dat de bezetting snel voorbij zal zijn en richt zijn hele beleid op het in aanblijven van de vooroorlogse burgemeesters. Hij is ervan overtuigd dat dit de beste bescherming biedt voor de bevolking.

Bovendien hoopt hij op deze manier de gehate NSB buiten de deur te houden. Een machtsovername door de NSB is zijn grootste angst, die met alle middelen voorkomen moet worden. Het is een kwestie van 'redden wat er te redden valt', zoals Frederiks zelf zegt.

In de eerste maanden van de bezetting zijn de burgemeesters optimistisch over de positieve rol die ze kunnen spelen. Ze proberen het vertrouwen van de Duitsers te winnen door de openbare orde te handhaven en hun bevolking op te roepen tot terughoudendheid en kalmte. Daarmee, is de hoop, kunnen repercussies tegen hun burgers worden voorkomen.

Een aantal burgemeesters, waaronder Adriaan Meerkamp van Embden.


Bronnen:
*Peter Romijn, 'Burgemeesters in Oorlogstijd. Besturen onder Duitse bezetting' (Amsterdam, 2006)
*K.J. Frederiks, 'Op de bres 1940-1944' (Den Haag, 1945)