Schijngeld RKKS
De Duitse soldaten betaalden de Nederlandse middenstand keurig voor hun grote hoeveelheden aankopen. Maar wat was het RKKS-geld (Reichskreditkassenscheine) waarmee ze betaalden waard?
Bron: De Oorlog, deel 4 (1 min. 14 sec.)
Media:
Schijngeld RKKS (Reichskreditkassenscheine)
De financiering van aankopen van Duitse soldaten in Nederland bevatte een element, dat al in 1939 tijdens de veldtocht tegen Polen was beproefd. Liefhebbers van economische criminaliteit vinden het een systeem van macabere schoonheid.
Duitse soldaten kregen zogenaamde Reichskreditkassenscheine (RKKS) mee. Dat waren een soort cheques waarmee ze in Polen konden betalen. De Poolse winkeliers konden die zonder problemen bij de bank inwisselen voor zloty’s.Zo gebeurde het in Nederland ook. Bij de capitulatieovereenkomst van mei 1940 was bepaald dat die Reichskreditkassenscheine in Nederland als wettig betaalmiddel golden en dat de Nederlandse bank ze moest innemen en ze moest financieren: de Duitse soldaten kochten dus taartjes op kosten van de Nederlandse schatkist.
Concreet gevolg van de invoering van dit schijngeld: door deze ogenschijnlijke win-win-situatie – de soldaat was tevreden en de middenstander ook - draaide Nederland zelf op voor de bezettingskosten van het Duitse leger en hield Duitsland het inflatiegevaar als gevolg van de kosten van de oorlog buiten de eigen grenzen. Voor de inflatie – de centrale bank moest almaar guldens bijdrukken - mochten de Nederlanders ook opdraaien.
Het concept van het schijngeld was een doorslaand succes, eerst in Polen, later in de andere bezette gebieden. Het was een geniaal systeem, dat de bezette landen ongemerkt uitkneep en de soldaten een onbezorgde diensttijd bezorgde, althans in de landen waar veel te krijgen was en waar ze weinig aan oorlogsgeweld te duchten hadden – Nederland dus bijvoorbeeld.