Tafel, bestek en serviesgoed

In de Middeleeuwen at men doorgaans aan een klaptafel of een paar schragen met planken.

Christus in het huis van Simon omstreeks 1464/1467 geschilderd door Dirck Bouts. Afgebeeld is een gewone tafel op schragen.Iedere gast nam zijn eigen mes mee, voorzien van een scherpe punt voor het vlees. Vorken waren onbekend. De lepel diende voor vloeibaar voedsel; voor de rest gebruikte iedereen, vanrijk tot arm, de vingers.

Drinkgerei werd gedeeld en men at uit gezamenlijke schotels vanaardewerk, tin, koper of (in rijke gezinnen) zilver. Wel gebruikten sommigen als ‘onderlegger’ een plat stuk brood – het werd als laatste opgegeten – of een rond of rechthoekig plankje, het zogenoemde ‘teljoor’.

Het schilderij op de afbeelding rechtsboven is getiteld Christus in het huis van Simon en werd omstreeks 1464/1467 geschilderd door Dirck Bouts. Afgebeeld is een gewone tafel op schragen.

Op de ‘jacobakan’ onder zijn in de onderrand nog de vingerafdrukken van de pottenbakker te zien.

Op deze ‘jacobakan’ zijn in de onderrand nog de vingerafdrukken van de pottenbakker te zien.

terugloop openbare scholen

1920 - Als gevolg van de financiële gelijkstelling van bijzonder en openbaar onderwijs begint het aantal openbare scholen drastisch terug te lopen: van 3.457 in 1920 tot 2.475 in 1965.

Het aantal protestantse scholen stijgt in diezelfde periode van 1.340 naar 2.341, het aantal katholieke van 1.280 naar 2.884. in 1965 zal 26 procent van de schoolgaande jeugd onderwijs volgen aan een openbare school, 28 procent aan een protestantse en 44 procent aan een katholieke.

Op de foto de dagopening op een protestants-christelijke school met de onderwijzer achter het harmonium.

Relevante tijdvakken