Nederlands-Indië voor de oorlog

Nederland zit vlak voor de oorlog al 350 jaar in Nederlands-Indië en heeft vanaf begin 20ste eeuw de bestuurlijke en economische macht in deze enorme kolonie.

Bron: Ongebruikt materiaal uit De Oorlog afl. 7 (2 min. 2 sec.)

Media:

  • Nederlands-Indië voor de oorlog
    Nederlands-Indië voor de oorlog
    Nederland zit vlak voor de oorlog al 350 jaar in Nederlands-Indië en heeft vanaf begin 20ste eeuw de bestuurlijke en economische macht in deze enorme kolonie.
    Bron: Ongebruikt materiaal uit De Oorlog afl. 7 (2 min. 2 sec.)
    Japan voor Indonesisch nationalisme
    Japan voor Indonesisch nationalisme
    Op 8 september 1944 krijgen de Indonesische nationalisten toestemming van de Japanners om op een later tijdstip onafhankelijk te worden. Geweld is daarbij geoorloofd, meent nationalist Hatta. Schoolkinderen krijgen militaire training.
    Bron: De Oorlog, deel 7 (2 min. 52 sec.)
    Japan verdeelt Indië in drieën
    Japan verdeelt Indië in drieën
    Japan heeft eigen plannen met Nederlands-ndië. Anders dan Nederland, en trouwens ook de Indonesische nationalisten, ziet Japan de archipel helemaal niet als één rijk. Administratief wordt het in drieën verdeeld.
    Bron: Ongebruikt materiaal uit De Oorlog afl. 7 (36 sec.)

Indonesisch nationalisme

Van oudsher waren er protesten geweest tegen de Nederlandse overheersing, en af en toe zelfs opstanden. Over het algemeen hadden deze, hoe hevig en hardnekkig zij ook konden zijn zoals de Atjeh-oorlogen, een traditionele en lokale of regionale achtergrond. Zij werden met harde hand onderdrukt.
In de twintigste eeuw kwamen er ook nieuwe vormen van protest en verzet op, gebaseerd op typisch westerse (moderne) denkbeelden als nationalisme, democratie, sociale gelijkheid en socialisme.

De bewegingen die zich op basis hiervan vormden bleven juist niet lokaal of regionaal bepaald, maar strekten zich over de hele kolonie uit en vele ervan waren gericht op nationale onafhankelijkheid en een sociale revolutie.

Het regime bewoog maar heel weinig mee, en stelde daar niet meer dan zeer beperkte vormen van meepraten tegenover, zoals in de in 1917 opgerichte Volksraad, die leek op een parlement maar de meeste bevoegdheden van een westers parlement miste.

In de loop der tijd bleek het nationalisme de sterkste stroming die zich tegen het koloniale bewind keerde. Maar het communisme met zijn ideologie van gelijkheid van alle wereldburgers had ook flinke aanhang en was in 1926 de inspiratiebron voor de eerste grotere ‘moderne’ opstand op Java en kort daarna in 1927 op Sumatra.

De Nederlands-Indische regering, onder leiding van de gouverneur-generaal, antwoordde met massale arrestaties. Het ging uiteindelijk om een groep van 1300 mannen, die niet strafrechtelijk vervolgd zouden worden, die ook niet de vrijheid kregen om naar het buitenland te vertrekken, maar die werden geconfronteerd met een zogenaamd ‘interneringsbesluit.’

Dat kwam erop neer dat zij tot nader order zouden worden opgesloten in een kamp. Daarvoor viel het oog van de Nederlands-Indische regering op een terrein in het zuiden van Nieuw Guinea, bij het dorpje Boven-Digoel.