4 - Welvaart, beroving, honger

Bedrijfsleven werkt voor Duitsland

De schoenenverkoop stijgt explosief door orders van de Wehrmacht en ook veel andere bedrijven passen zich aan aan de orders en wensen van de nieuwe machthebbers die nog lang de baas lijken te blijven. Mag dat wel?

Bron: De Oorlog, deel 4 (1 min. 19 sec.)

Media:

  • Bedrijfsleven werkt voor Duitsland
    Bedrijfsleven werkt voor Duitsland
    De schoenenverkoop stijgt explosief door orders van de Wehrmacht en ook veel andere bedrijven passen zich aan aan de orders en wensen van de nieuwe machthebbers die nog lang de baas lijken te blijven. Mag dat wel?
    Bron: De Oorlog, deel 4 (1 min. 19 sec.)
    Slagerij in Den Bosch
    Slagerij in Den Bosch
    Bij slagerij Staring in Den Bosch kregen ze de volgende keus van de Duitsers: aan de Wehrmacht leveren of sluiten, vertelt Ank Martens-Staring. En wie zou de Duitsers toen hebben durven tegenspreken?
    Bron: De Oorlog, deel 4 (1 min. 35 sec.)
    Tekort aan schoenen
    Tekort aan schoenen
    Een geluidsopname uit 1943 van een vrouw in een distributiekantoor in Tiel die klaagt over het feit dat ze geen bonnen voor schoenen heeft ontvangen en dus geen schoenen kan kopen.
    Bron: De Oorlog, deel 4 (1 min. 4 sec.)
  • Economische bloei
    Economische bloei
    In 1940-42 groeit Nederlandse economie en wordt de werkloosheid opgelost, o.a. dankzij grote orders van het Duitse leger en door Seyss-Inquart, die voorkomt dat Göring Nederland leeg laat halen.
    Bron: De Oorlog, deel 4 (1 min. 28 sec.)

Schoenenfabrieken profiteren

Het is moeilijk te geloven, en nogal in strijd met het idee dat we van de oorlogstijd hebben, maar er volgde een economische opleving die zelden eerder was gezien.
Alleen in 1940 al kwamen er bij de Nederlandse bedrijven voor vele honderden miljoenen guldens aan orders binnen, vooral van de Wehrmacht. De diepe crisis van de jaren dertig was opeens voorbij.

Neem de schoenen. De uitvoer daarvan groeide in twee jaar tijd met 500 procent, vooral heel veel laarzen voor de Duitse Wehrmacht.

Zo groeide het exportaandeel van de schoenenindustrie van 359.000 paar schoenen in 1939 tot 1.842.900 paar in 1942, ruim vijf keer zoveel. Van het voor Duitsland bestemde schoeisel bestond ongeveer een derde deel uit speciale laarzen voor de Wehrmacht.

De vraag is: mocht dat eigenlijk wel? Volgens het oorlogsrecht is het verboden om bijvoorbeeld wapenorders van een overheersend leger aan te nemen.

Maar die bepaling sloeg op een tijdelijke militaire bezetting. Hier lag het anders, niets wees erop dat de Duitsers ooit nog weg zouden gaan. En dus accepteerde vrijwel elk bedrijf de orders. Er kwam brood op de plank en daar ging het om.


Bron:
Gerhard Hischfeld 'Bezetting en collaboratie' (Haarlem, 1991), p. 166