Van Agt voor vrijlating Drie van Breda

Minister van Justitie Van Agt betoogt in 1972 in de Tweede Kamer dat de Drie van Breda moeten worden vrijgelaten. De rechtstaat eist dat 'een straf waarmee verder geen redelijk doel meer te bereiken valt, wordt beëindigd.'

Bron: De Oorlog, deel 9 (3 min. 8 sec.)

Media:

  • Van Agt voor vrijlating Drie van Breda
    Van Agt voor vrijlating Drie van Breda
    Minister van Justitie Van Agt betoogt in 1972 in de Tweede Kamer dat de Drie van Breda moeten worden vrijgelaten. De rechtstaat eist dat 'een straf waarmee verder geen redelijk doel meer te bereiken valt, wordt beëindigd.'
    Bron: De Oorlog, deel 9 (3 min. 8 sec.)
    Hoorzitting Drie van Breda op tv en reacties
    Hoorzitting Drie van Breda op tv en reacties
    Frieda Menco kwam aan het woord over haar concentratiekamp in de doodstille Tweede Kamer tijdens een hoorzitting over de vrijlating van de Drie van Breda die rechtstreeks op tv kwam. Reacties op de publieke tribune zijn hevig.
    Bron: De Oorlog, deel 9 (4 min. 6 sec.)
    Drie van Breda
    Drie van Breda
    In 1972 kwam de regering met het voorstel de Drie van Breda, Duitse oorlogsmisdadigers die vanaf 1945 vast zaten, vrij te laten. Er stak een storm van protest op met als resultaat dat de resterende Twee pas in 1989 vrijkwamen.
    Bron: De Oorlog, deel 9 (9 min. 39 sec.)

Poging tot vrijlating en protest

In het begin van 1972 zette de toenmalige minister van Justitie, de als progressief bekend staande strafrechtjurist mr. A.A.M. van Agt, welgemoed een eerste stap om De Drie van Breda vrij te laten.
Hij had de vrijlating van de drie, gebaseerd op humanitaire gronden, in het kabinet aan de orde gesteld en daar geen tegenstand ondervonden.

Het draaiboek voor de vrijlating was al klaar, de kloosterzusters die de gevangenen geregeld bezochten, hadden voor alle drie al een koffer gekocht. Van Agt (foto links) hoefde de beslissing alleen nog maar door het parlement te loodsen.

Hij had op verzoek van het kabinet de fractievoorzitters informeel gepolst en gemerkt dat hij op een ruime meerderheid zou kunnen rekenen. Vervolgens schreef hij een brief aan de Tweede Kamer om zijn voornemen kenbaar te maken. Dit was de motivering:

‘Verdere voortzetting van de straf van de Drie van Breda kon, na bijna 27 jaar geen in onze strafrechtspleging erkend doel meer dienen. Gratiëring was ook conform gelijkluidend rechtelijk advies.’

De Kamer wilde twee weken later een debat wijden aan de zaak. In die twee weken stak er een ongekende storm op.

Dagenlang hielden allerlei groeperingen van oud-verzetslieden en voormalige vervolgden, die nooit tevoren vereend waren opgetrokken, massale en emotionele betogingen op het Binnenhof. In de media woedde een felle strijd tussen voor- en tegenstanders.

Bij de herdenking van de Februaristaking dat jaar maakte KRO-verslaggever Willibrord Frequin misschien wel de meest emotionele reportage uit zijn loopbaan. Voor zijn camera bleek de wanhoop van de nabestaanden:

‘Daarom moet ons niet opnieuw het onrecht aangedaan worden met deze schurken onder één hemel te leven. Dat is onverdraaglijk voor ons. Ik haat niet. Ik ben veel te zwak om te haten.’ (vrouw met verstikte stem)

‘Ik ben eenentachtig jaar. Als ze vrijkomen dan gaan ze eraaan. Dan wil ik die laatste paar jaar van mijn leven wel gaan zitten.’ (echte Amsterdammer, met hoed)

‘Ze mogen blij zijn dat ze bezocht mogen worden. Ik wou dat ik mijn vader en moeder nog kon bezoeken. Mijn vader, die uit elkaar getrokken is in Mauthausen door de honden van die beesten.’ (woedende vrouw met hoofddoek)