Droste chocolade in Haarlem
Het Haarlemse bedrijf Droste profiteert eerst van Duitse orders, maar heeft daarna moeite nieuwe voorraden aan te leggen. De duur van de oorlog bepaalt het lot van de fabriek, vertelt bedrijfsleider Bob Visser een krant.
Bron: De Oorlog, deel 4 (1 min. 21 sec.)
Media:
Onzekere toekomst
Het valt niet mee om tijdens de Duitse bezetting de wereldnaam die Droste heeft opgebouwd vast te houden – de banden met de rest van de wereld zijn grotendeels verbroken.
Droste is voor een belangrijk deel afhankelijk van cacao en die wordt niet meer aangevoerd.Bedrijfsleider Bob Visser, de rechterhand van de mevrouw Droste, maakt zich dan ook grote zorgen over de toekomst, en geeft daar uiting aan in een interview met de ‘Oprechte Haarlemsche Courant’:
‘De toekomst van Droste staat en valt met de import van grondstoffen. Blijft in de toekomst de mogelijkheid tot import onverzwakt bestaan, dan zal dit bedrijf er zelf wel voor zorgen, dat de producten vervaardigd worden en er een afzetgebied voor wordt gevonden.
Voor Droste is dus de duur van de oorlog, afgezien van alles, een factor van belang. Is die van niet al te lange duur, dan is de kans uiteraard groot, dat wij zullen kunnen blijven draaien.’
Vanaf het begin van 1942 is de tijdelijke hoogconjuctuur voorbij, die is ontstaan door de gigantische hoeveelheid Duitse orders voor het Nederlandse bedrijfsleven en door de soepele manier waarop het Nederlandse produktieapparaat zich aanpaste en aan de vraag bleek te kunnen voldoen. De machine gaat vast lopen, de gouden tijden zijn voorbij.