Dwangarbeider Van Kalkeren

Het belangrijkste onderwerp in de brieven van Joop van Kalkeren vanuit het Duitse Hattingen naar huis is voedsel. Hij heeft het zwaar en probeert dat te niet te laten merken. Gelukkig hoeft hij niet bij de ovens te werken.

Bron: De Oorlog, deel 4 (2 min. 38 sec.)

Media:

  • Dwangarbeider Van Kalkeren
    Dwangarbeider Van Kalkeren
    Het belangrijkste onderwerp in de brieven van Joop van Kalkeren vanuit het Duitse Hattingen naar huis is voedsel. Hij heeft het zwaar en probeert dat te niet te laten merken. Gelukkig hoeft hij niet bij de ovens te werken.
    Bron: De Oorlog, deel 4 (2 min. 38 sec.)
    Bevrijding dwangarbeider Van Kalkeren
    Bevrijding dwangarbeider Van Kalkeren
    Een vriend van dwangarbeider Joop van Kalkeren werkt zich zo kapot in het Duitse Ruhrgebied dat hij in 1944 naar huis mag. Van Kalkeren wordt in april 1945 door een Amerikaan bevrijd.
    Bron: De Oorlog, deel 4 (45 sec.)
    Magnifier
    Overleg in fabriekshal Hattingen
    Overleg in fabriekshal Hattingen
    Rob Trip en Godfried van Run overleggen in een fabriekshal in het Duitse Hattingen
    Bron: Weblog De Oorlog
  • Magnifier
    Smeltpot in een fabriek in het Duitse Hattingen
    Smeltpot in een fabriek in het Duitse Hattingen
    Rob Trip voor een smeltpot in een fabriek in het Duitse Hattingen
    Bron: Weblog De Oorlog

Dwangarbeiders uit de Betuwe

Zeer negatief zijn de ervaringen van een groep jongens uit de Betuwe die in Duitsland moeten werken.
Het gaat om een groep van 21 jongens, allemaal tussen de 18 en 22 jaar oud. De meesten waren nooit verder geweest dan Tiel toen ze in juni 1943 in het kader van de Arbeitseinsatz naar Hattingen werden vervoerd, een gehucht in het Roergebied.

Wat er aan tastbaars rest van hun ervaringen is een pakketje brieven van een van hen, Joop van Kalkeren. Hij schreef er 83 vanuit Duitsland naar huis.

De brieven gingen over het leven in Hattingen, maar eigenlijk ook weer niet. Want zoals bijna alle briefschrijvers uit de Duitse fabrieken stond één doel voorop: het thuisfront niet ongerust maken.

Het ging dus altijd goed met de mannen, het eten was heel behoorlijk, en het werk goed te doen. Maar toen ze tientallen jaren na hun terugkeer eindelijk begonnen te praten, werd pas duidelijk hoe het er echt aan toeging.

Het eten bijvoorbeeld – het werd steeds minder en slechter. Het brood was klef en allesbehalve voedzaam. De soep werd steeds dunner, en was op het laatst alleen nog maar warm water.

De sterke mannen uit de Betuwe, die tot aan hun vertek naar Duitsland goed te eten hadden gekregen, werden steeds magerder, ze dreigden te bezwijken. En het werk werd ook almaar zwaarder.


Bron:
*Chris van Esterik, 'Een jongen van het dorp. Honderd jaar Ingen, een dorp in de Betuwe' (Amsterdam, 2005)
*LWL-Industriemuseum Henrichshütte
*Stadtarchiv Hattingen