Bij het Hollands Classicisme ging het niet alleen om klassieke ornamenten, maar vooral om regelmaat en harmonie. Een symmetrische indeling, of op zijn minst een symmetrische gevel, was favoriet en werd soms tot in het absurde doorgevoerd.

Zoals bij het Trippenhuis in Amsterdam, tussen 1660-1662 aan de Kloveniersburgwal gebouwd. Daar zit, omwille van de symmetrie, de scheidsmuur tussen twee woonhuizen achter het middelste raam...

Behalve patriciërswoningen en openbare gebouwen kregen ook hofjes meestal een symmetrische opzet, zoals het Tevelingshofje in Leiden (tekening), in 1666 aan de Vierde Binnenvestgracht in Leiden gebouwd. Aan de voorzijde is die symmetrie ver doorgevoerd: in het poortgebouw, met daarboven de regentenkamer en links en rechts ervan muren met blinde nissen.

Stadsarchitect Willem van der Helm bouwde het hofje op een ruitvormig perceel, consequent die vorm volgend. Zelfs de tegels voor de entreehal werden scheef gebakken.