Kleur op straat
In de Middeleeuwen werden houten gevels vaak geteerd. Eikenhouten kozijnen en luiken liet men vergrijzen, of het hout werd ingekwast met bruinrood ijzeroxide.
[klik voor vergroting]
Grenenhout had meer bescherming nodig. Met lijnolie als bindmiddel werden verven bereid. Allerlei aardtinten, met oker, bruine, rode en groene aarde; loodwit en bruinrood dodekop uit de zwavelzuurproductie.
Ook baksteen werd vaak gekleurd, bijvoorbeeld met dodekop dat, vermengd met wit, een roze tint gaf. Op ‘Het Straatje’ van Vermeer (1632-1675) uit 1657/58 zijn onder meer slordig aangebrachte witkalk te zien handig in het donker en verder groen- en roodgeschilderde luiken en licht okeren en grijzige kruiskozijnen. |
buitenplaatsen
1719 -
Het boek ‘De zegepralende Vecht geefteen overzicht van de bekende
lustplaatsen, heerenhuysen en dorpen, beginnenden van Utrecht en
met Muyden besluitende’.
Rijke stedelingen kopen een boerenhofstede of buitenplaats aan het water om daar de zomermaanden door te brengen. Naast een interessante belegging is zo’n buitenplaats een welkome mogelijkheid om de drukke en vervuilde steden te kunnen ontvluchten. BouwkunstGerelateerde artikelen
Zelfde periode
Relevante tijdvakken |
|