Toespraak Himmler over holocaust

Na de oorlog is een geheime rede (audio) van Himmler opgedoken waarin hij hoge officieren van de SS vertelt dat ze moeten zwijgen over de 'vernietiging' van de Joden. Wat binnen kamp Auschwitz gebeurt is staatsgeheim.

Bron: De Oorlog, deel 5 (1 min. 17 sec.)

Media:

  • Toespraak Himmler over holocaust
    Toespraak Himmler over holocaust
    Na de oorlog is een geheime rede (audio) van Himmler opgedoken waarin hij hoge officieren van de SS vertelt dat ze moeten zwijgen over de 'vernietiging' van de Joden. Wat binnen kamp Auschwitz gebeurt is staatsgeheim.
    Bron: De Oorlog, deel 5 (1 min. 17 sec.)
    Himmler bezoekt Nederland
    Himmler bezoekt Nederland
    Reichsführer-SS Heinrich Himmler bezoekt Nederland. In gezelschap van o.a. NSB-leider Mussert, Rijkscommissaris Seyss-Inquart, SS-Obergruppenführer Rauter bezoekt hij het SS-opleidingskamp 'Avegoor' te Ellecom.
    Bron: Beeld en Geluid Beeld en Geluid:  Polygoon Hollands Nieuws, februari 1944

Toespraak Himmler

Himmler legde in oktober 1943 tijdens een bijeenkomst in het Poolse Poznan aan een gezelschap van topnazi's uit hoe moeilijk de opdracht was om de holocaust uit te voeren.
De verwijdering van de Joden uit de samenleving stond weliswaar in het partijprogramma, maar als het erop aan kwam had natuurlijk iedereen wel een aardige Jood in zijn kennissenkring, die gespaard moest worden. Ja, de rest deugde natuurlijk niet, maar die ene, daar was toch niks mis mee.

Himmler wees dit soort slapte vol overtuiging van de hand. Hij zei dat de SS-mannen al het moeilijke werk hadden opgeknapt en daarbij fier overeind gebleven waren:

‘Dit is een roemrijke bladzijde in onze geschiedenis, een bladzijde die nooit eerder geschreven is en nooit meer geschreven zal worden. Want wij weten hoe moeilijk we het gehad zouden hebben als nu nog in onze steden – bij bombardementen en bij de ontberingen van de oorlog – Joden rondliepen, als saboteurs, als agitatoren en ophitsers. We zouden waarschijnlijk dezelfde toestand gehad hebben als in het jaar 1916/1917, toen de joden nog in het Duitse volk genesteld zaten.’

Himmler was er vooral trots op dat zijn mannen alle rijkdommen van de Joden in beslag hadden genomen ten behoeve van de staat. Niemand had een cent in zijn eigen zak gestoken, en als iemand dat toch had gedaan, was hij daarvoor ter dood gebracht. Want integriteit stond centraal in deze unieke opgave, zo zei Himmler daar tegen al die SS-ers en topnazi’s:

‘We hadden het morele recht, we hadden de plicht tegenover ons eigen volk om de Joden, die ons uit de weg wilden ruimen, zélf uit de weg te ruimen. Maar we hadden niet het recht ons met een bontjas, een horloge, een enkele Mark of een enkele sigaret of met wat dan ook te verrijken. Als wij een bacil vernietigen, dan willen we niet door die bacil worden aangestoken en daaraan bezwijken.’

Het was een bijzondere toespraak. Na de oorlog heeft Hitlers minister van bewapening Albert Speer altijd ontkend dat hij aanwezig was – hij bleef volhouden niets van de jodenmoord geweten te hebben.

Curieus, want Himmler noemde Speer zelfs bij naam in de speech, hij sprak hem aan. Speer antwoordde daarop (tegen de journaliste Gitta Sereny die zijn biografie schreef) dat het donker was in de zaal en dat Himmler dus niet kon zien dat zijn stoel leeg was omdat hij na de ochtendzitting was vertrokken. Speer zou dus ook Himmlers laatste woorden in de speech over de jodenmoord niet gehoord hebben. Dat waren:

‘Alles bijeen kunnen we zeggen dat we deze allerzwaarste opdracht uitgevoerd hebben, vervuld van liefde voor ons volk. En we hebben daarbij geen schade opgelopen, niet in ons hart, niet in onze ziel, niet in ons karakter.’


Bron:
*Gitta Sereny 'Albert Speer - Verstrikt in de waarheid' (1999)

Meer over dit onderwerp