Jules Schelvis over de oorlog

De scherpe kantjes gaan er een beetje af, maar Jules Schelvis denkt nog elke dag aan de periode 1940-1945 en aan zijn eerste vrouw die het kamp niet overleefde.

Bron: De Oorlog, deel 5 (1 min. 19 sec.)

Media:

  • Jules Schelvis over de oorlog
    Jules Schelvis over de oorlog
    De scherpe kantjes gaan er een beetje af, maar Jules Schelvis denkt nog elke dag aan de periode 1940-1945 en aan zijn eerste vrouw die het kamp niet overleefde.
    Bron: De Oorlog, deel 5 (1 min. 19 sec.)

Sobibor

Eenderde van de uit Nederland gedeporteerde Joden kwam in Sobibor terecht. Het lag tachtig kilometer van Lublin, tegen de grens met de Oekraine.
Naar dit totaal verlaten gebied werden de slachtoffers (waaronder Klaartje de Zwarte-Walvisch) per trein aangevoerd. Sobibor was uitsluitend een vernietigingskamp.

Er waren geen verblijfsruimten voor gevangenen, en geen werkplaatsen, alleen wat barakken voor het personeel dat er werkte en voor de groep gevangenen die moesten helpen bij het sorteren van kleren, de vergassing en in het crematorium.

Eigenlijk had Sobibor altijd geheim moeten blijven. De nazi´s hebben het in oktober 1943 met de grond gelijkgemaakt en geprobeerd alle sporen uit te wissen. Er waren toen inmiddels ongeveer een kwart miljoen Joden vergast.

Op 14 oktober van dat jaar kwam de groep Joden die bij de massamoorden moesten assisteren in opstand: een Joodse krijgsgevangene uit de Sovjet-Unie en een Pools-Joodse gevangene slaagden er in elf SS’-ers en een aantal kampbewakers te doden. Ze hadden wapens kunnen bemachtigen en probeerden het nazi-personeel daarmee te doden.

Van de 600 werkgevangenen in Sobibor konden er 300 ontsnappen. Ze liepen door een mijnenveld onder een spervuur van kogels. Slechts 47 hebben de rest van de oorlog overleefd. Onder hen de Nederlandse Selma Wijnberg.

Een andere Nederlander die in een tijd in Sobibor had gezeten, Jules Schelvis, werd na de oorlog een specialist op het gebied van dit vernietigingkamp.