Anjerdag en andere 'Verzetjes'

Nederland is zeer patriottisch gestemd in de zomer van 1940, maar beperkt zich tot 'Verzetjes' als Anjerdag (verjaardag prins Bernhard op 29 juni), het beledigen van NSB'ers en het vertellen van grappen over Hitler.

Bron: De Oorlog, deel 2 (1 min. 24 sec.)

Media:

  • Anjerdag en andere 'Verzetjes'
    Anjerdag en andere 'Verzetjes'
    Nederland is zeer patriottisch gestemd in de zomer van 1940, maar beperkt zich tot 'Verzetjes' als Anjerdag (verjaardag prins Bernhard op 29 juni), het beledigen van NSB'ers en het vertellen van grappen over Hitler.
    Bron: De Oorlog, deel 2 (1 min. 24 sec.)
    Magnifier
    Anjerdag
    Anjerdag
    Bloemen leggen tijdens Anjerdag.
    Bron: De Oorlog, deel 2

Anjerdag

Op 29 juni 1940 was de eerste verjaardag sinds de bezetting van een lid van het Koninklijk Huis, in dit geval van Prins Bernhard. Er waren die dag al allerlei geruchten dat Nederlanders er een demonstratie van zouden maken. Hoe zou de Nederlandse politie reageren?
Er was opeens een overmaat aan witte anjers op de markt, de favoriete bloem van de prins. De Amsterdamse politie-agent C. Schildmeijer heeft precies bijgehouden wat voor instructies hij tijdens de oorlog kreeg. Dit was de aanwijzing op wat later ‘Anjerdag’ zou gaan heten, 29 juni 1940:

‘Tegen het dragen van witte anjers en het uitsteken van nationale vlaggen moet worden opgetreden. De verkoop daarvan moet worden belet.

Geen fietsoptochten, geen dragen van oranjestrikken, geen zingen van Oranje boven, mag worden toegelaten. Tegen ordeverstoorders, al of niet NSB-ers, moet worden opgetreden.’


Voor de meeste agenten was dat een onmogelijk dilemma: ze waren het vaak eens met de demonstraties, en velen stonden het leggen van bloemen bij monumenten dan ook oogluikend toe.

Veel mensen genoten intens op deze eerste protestdemonstratie in de Tweede Wereldoorlog. Vooral in de grote steden durfden mensen, in de rug gesteund door de massaliteit van het protest, met een anjer of met oranje bloemen iets te doen wat niet mocht. Een 64-jarige domineesvrouw uit Den Haag schreef in haar dagboek:

‘Het aardige is, dat die bloemenhulde als fluistercampagne door het hele land is gegaan. En ieder gaf er gehoor aan. De dag van tevoren zag je al allerlei mensen met bosjes anjers: de bloemenwinkels konden er haast niet tegen leveren.

En toen op de dag zelf ieder in de straat er mee verscheen, toen was dat als het ware een verbroedering. De menschen keken elkaar glimlachend aan, al kende je ze niet.’

Dat zal de bezetter geen tweede keer gebeuren. Er volgen maatregelen. De Haagse burgemeester De Monchy wordt ontslagen. Generaal Winkelman wordt als krijgsgevangene naar Duitsland afgevoerd.