Het magere bestaan van een onderwijzer

Hoewel de meeste onderwijzers een vaste aanstelling hadden, ontvingen ze geen salaris. Ze leefden van het schoolgeld dat ze zelf moesten innen.
Op dit schilderij van Jan Horemans de Jongere, uit de tweede helft van de 18e eew, betalen kinderen hun onderwijzer in natura.
[klik voor vergroting]
In de 17de eeuw werd voor een week leesles meestal een stuiver berekend en voor een week schrijfles anderhalve stuiver. Voor de onderwijzer was het dus zaak zoveel mogelijk leerlingen te hebben.

De ouders werkten daar niet altijd aan mee. Omdat er voor een volle week moest worden betaald, hielden ze kinderen die een dag hadden gemist ook voor de rest van de week maar thuis om geld uit te sparen.

Vooral op het platteland moesten veel kinderen in de zomer meehelpen op het land. De meester zag zijn inkomen dan gehalveerd. Veel plattelandsonderwijzers hadden daarom een tweede baan, als koster, voorzanger of doodgraver, of deden schrijfwerk voor kerkenraad of dorpsbestuur.

Op dit schilderij van Jan Horemans de Jongere, uit de tweede helft van de 18e eew, betalen kinderen hun onderwijzer in natura.

onderzoek immigratie

1998 - De Universiteit van Amsterdam begint een onderzoek naar de immigratie in Nederland tussen 1860 en 1960. Doel: antwoord krijgen op de vraag hoe verschillende groepen immigranten hun plaats in de samenleving hebben gevonden. Op de foto Imam Yasar Öztürk in de in 1995 geopende Sultan Ahmet Moskee aan de Martinus Nijhofflaan in Delft.

Relevante tijdvakken