Veel Duitsers in Amsterdam

Amsterdam-Zuid is een geliefde plek voor Duitse bezetters. Er wordt prima aan ze verdiend door Nederlanders die woonruimte aan ze verhuren. Muziek: Ramblers ''k Heb een keukentje'.

Bron: De Oorlog, deel 2 (2 min. 18 sec.)

Media:

  • Veel Duitsers in Amsterdam
    Veel Duitsers in Amsterdam
    Amsterdam-Zuid is een geliefde plek voor Duitse bezetters. Er wordt prima aan ze verdiend door Nederlanders die woonruimte aan ze verhuren. Muziek: Ramblers ''k Heb een keukentje'.
    Bron: De Oorlog, deel 2 (2 min. 18 sec.)
    Rondvaart Duitse soldaten
    Rondvaart Duitse soldaten
    Soldaten van de Duitse Wehrmacht maken een rondvaart door de grachten van Amsterdam.
    Bron: Beeld en Geluid Beeld en Geluid:  Polygoon Hollands Nieuws, juni 1943

Duitse leger in Amsterdam

In Amsterdam zijn de buurten rond het Museumplein en het Vondelpark favoriet. Niet alleen voor de huisvesting van officieren, maar ook voor het onderbrengen van allerlei kantoren voor Duitse bezettingsinstanties.
De Rüstungsinspektion, de Organisation Todt, de Winterhulp, het Luftgaukommando, de Feldluftzeuggruppe – allemaal krijgen ze ruime kantoren in fraaie gebouwen op prachtige lokaties.

Temidden van al die kantoren zetelt, op het Museumplein, het Gemeentelijk Bureau voor Inkwartiering. Daar probeert de gemeente enige greep te krijgen op de huisvesting van Duitse instanties en Duits personeel. De gemeente wil de bezetter zoveel mogelijk in hotels en pensions onderbrengen, maar dat lukt maar voor een klein deel.

Uit het archief van Bureau Inkwartiering is af te leiden wat de verdeling was van gebouwen voor Duitsers: scholen 50%, kantoorgebouwen: 20%, hotels en pensions: 15%, particulieren: 10%, inkwartieringen: 5%

Verder vorderden de Duitsers via Bureau Inkwartiering ook garages, loodsen, pakhuizen, tuinhuizen, woonboten, sporttereinen, varkenshokken en zelfs speeltuinhuisjes.

Voor scholieren waarvan de school was gevorderd betekende het niet altijd dat ze niet naar school hoefden (al valt dat wel regelmatig in oorlogsmemoires te lezen). Scholen spraken onderling soms een soort rouleersysteem af waarbij de ene school ’s ochtends een gebouw gebruikte en de andere school ’s middags.

De meeste Wehrmachtsoldaten waren ondergebracht in kazernes of scholen, sommigen zaten bij particulieren. Voor officieren moesten dit dan wel huizen van Ariërs zijn: Duitsers mochten niet bij joodse inwoners worden ondergebracht.

Vergoedingen

Er werden wel vergoedingen voor betaald, in een verordening van 18 juli 1940 stond precies omschreven welk bedrag voor welke vorm van inkwartiering gold: dat liep van een gulden vijftig voor een generaal per dag, tot een dubbeltje voor inkwartiering van een gewoon soldaat (zonder bed, wel te verstaan; mét bed was de vergoeding 20 cent per dag). Voor het nemen van een bad mocht een kwartje in rekening worden gebracht.

Ook hotelhouders kregen geld als hun kamers werden gevorderd. Veel hoteleigenaars protesteerden tegen de tarieven, maar de Wehrmacht betaalde netjes en vond het onterecht dat de hoteliers mopperden: 'Kijk naar de berekening. Een hotelier in Den Helder krijgt voor dertig bedden maandelijks 1800 gulden. Dat ontving hij niet eens vóór de oorlog!'

Voor hotels pakte de aanwezigheid van Duitsers dus vaak goed uit: in Amsterdamse hotels was tijdens de oorlog ongeveer 70% van de bedden gereserveerd voor Duitsers. De Wehrmachtcommandant in de hoofdstad waarschuwde de militairen om niet het gastenboek te tekenen met naam en rang, omdat die gegevens gebruikt zouden kunnen worden voor spionage.

Ook voor makelaars en huizenverhuurders was de Duitse behoefte aan woon- en kantoorruimte uitermate lucratief. Zij behoorden tot de groepen die aan de bezetting goed hebben verdiend.

Meer over dit onderwerp