Hollandse Schouwburg

In Amsterdam opgepakte Joden werden voor hun deportatie naar Westerbork door de SS bijeen gebracht in de Hollandsche Schouwburg. Klaartje de Zwarte beschrijft in haar dagboek hoe het daar toeging.

Bron: De Oorlog, deel 5 (1 min. 12 sec.)

Media:

  • Hollandse Schouwburg
    Hollandse Schouwburg
    In Amsterdam opgepakte Joden werden voor hun deportatie naar Westerbork door de SS bijeen gebracht in de Hollandsche Schouwburg. Klaartje de Zwarte beschrijft in haar dagboek hoe het daar toeging.
    Bron: De Oorlog, deel 5 (1 min. 12 sec.)
    Razzia's en deportaties in Amsterdam
    Razzia's en deportaties in Amsterdam
    In het voorjaar van 1943 beginnen de Duitsers met razzia's in Amsterdam. Iedereen die het wil kan het zien. Jules Schelvis ziet het vanuit zijn raam. Buurtbewoners van halen de verlaten huizen leeg.
    Bron: De Oorlog, deel 5 (1 min. 49 sec.)

Hollandse Schouwburg

Nadat Klaartje de Zwarte-Walvisch en haar man zijn opgepakt komen ze op 24 maart 1943 in de idioot drukke Hollandse Schouwburg in Amsterdam terecht. Ze beschrijft dat in haar dagboek:
‘Massa’s en massa’s mensen werden tegen elkaar opgeduwd en we werden van de ene kant naar de andere geslingerd. Onmiddellijk begaf ik mij naar het ziekenzaaltje en probeerde of ik daar één van de doktoren te spreken kon krijgen, maar ik moest wachten tot drie uur.

Niet eerder zou er een dokter aanwezig zijn. Alles liep me tegen en een atmosfeer om in te stikken. Men kon zich nauwelijks wenden of keren.’


Mevrouw De Zwarte weet, net als al die anderen duizenden, niet wat er met haar en haar man zal gebeuren – maar veel goeds kan het niet zijn. Ze wantrouwt de bedoelingen van de bezetter en schrijft:

‘Steeds werden er meer transporten binnengebracht en ik vroeg me af wat er toch met al die mensen gebeuren zou. Van jonge mensen kon ik verklaren dat ze konden werken, maar wat ik binnen zag komen was afschrikwekkend.

Oude, kreupele, lamme en blinde mensen om en nabij in de leeftijd van negentig jaar. De één nog hulpbehoevender dan de ander. Waren dit tewerkgestelden? Zo heette het toch immers?

Het smerige en misdadige lag er dik bovenop en de stemming had haar laagste punt bereikt. Oudjes zag ik huilen van angst voor datgene wat hun te wachten stond. Jonge mensen waren flink en deden alsof de hele beweging hen niet raakte.’


In het dagboek van mevrouw De Zwarte valt op hoe scherp ze observeert, alsof ze het als een taak ziet vast te leggen wat er allemaal gebeurt, en wat de slachtoffers van deze massale ramp, in hun moeilijkste uren bezighoudt:

‘Twee oudjes begonnen heftig met elkaar te kibbelen en ik die erbij stond hoorde waarover het ging. De vrouw maakte haar man een verwijt dat ze naar de schouwburg waren gegaan terwijl thuis hun kinderen alleen lagen.

En of de man al zijn best deed om zijn vrouw te overtuigen dat de politie ze had gehaald en hij hier geen schuld aan had, het gaf alles niets. Ze bleef haar man beschuldigen van onredelijke dingen. Het was om medelijden mee te krijgen.’


Mevrouw De Zwarte maakt eind maart 1943 een periode van topdrukte mee in de Hollandse Schouwburg. De aantallen wisselen sterk per periode. Ze zijn af te lezen aan de voortdurend wisselende kosten voor voedsel die de Joodse Raad in de boekhouding heeft opgenomen. Maart en april 1943 zijn de drukste perioden. Klaartje de Zwarte:

‘Wat een wanhoopstoestand. Oudjes die bijna niet konden lopen. Iemand met een hout been viel languit in de gang. Er werd slecht voor deze oudjes gezorgd en hier maak ik de Joodse Raad een verwijt van, want er waren er onder deze die absoluut niet voor hun taak berekend waren.

Ik zag dat mijn man iemand van de Joodse Raad bij de arm greep en hem toesnauwde dat hij moest helpen en niet staan te suffen of gekheid te maken met elkaar.

In de gang voor de deur van het ziekenzaaltje zat een oud moedertje te huilen. Ze had geen mantel aan en was op haar huispantoffels. De helden die haar gehaald hadden gunden haar geen tijd om wat kleren mee te nemen.

Ik kon dit beeld niet langer aanzien en liep weer het ziekenzaaltje binnen, waar het net zo tragisch toeging als daar buiten.’



Bronnen:
*Klaartje de Zwarte-Walvisch, 'Alles ging aan flarden. Het oorlogsdagboek van Klaartje de Zwarte-Walvisch', tekst bezorgd door Ariane Zwiers, met een inleiding van Ad van Liempt (Amsterdam 2009)
*Klaartje de Zwarte-Walvisch (Digitaal Monument Joodse Gemeenschap in Nederland)

Meer over dit onderwerp