De Amsterdamse School

In het tweede decennium van de 20ste eeuw ontstond een bouwstijl die bekend werd als de Amsterdamse School (1910-1940). In navolging van H.P. Berlage (1856-1934) werkten de architecten vanuit rationele eisen.
Amsterdamse Spaarndammerbuurt.
[klik voor vergroting]
Zeker zo belangrijk was echter de schoonheid van een gebouw. Anders dan Berlage vond de Amsterdamse School dat de versiering niet hoefde samen te hangen met de constructie; als ze het gebouw als geheel maar ten goede kwam.

De bouwers hadden een voorliefde voor expressieve motieven, materialen en vormen. Er werd gemetseld in bijzondere baksteenverbanden; ramen en deuren kregen paraboolvormige omlijstingen, ronde details of hoekige motieven; het wemelde van torentjes, erkers en golvende muren.

Resultaten van de Amsterdamse School zijn met name in Amsterdam (vooral Amsterdam-Zuid en -West) en directe omgeving zoals het Gooi, het kunstenaarsdorp Bergen en het tuindersdorp Aalsmeer te zien. Maar ook in een stad alsGroningen, is de invloed van de Amsterdamse School terug te zien.  

Eén van de bekendste voorbeelden van de stroming is wellicht de Amsterdamse Spaarndammerbuurt (tekening), tussen 1916 en 1918 ontworpen door Michel de Klerk (1884-1923). Het is één van de vele volkswoningbouwprojecten van de Amsterdamse School.

Op de foto een detail van het Scheepvaarthuis (1913-1916) ontworpen door J.M. van der Mey (1878-1949).

Een detail van het Scheepvaarthuis (1913-1916) ontworpen door J.M. van der Mey.
[klik voor vergroting]

rolwerk uit de renaissance

1565 - Hans Vredeman de Vries uit Leeuwarden publiceert Grottesco: in diversche manieren, met afbeeldingen van renaissancistische ornamenten. Een populair ornament van de Hollandse Renaissance is ‘rolwerk’: omkrullende banden, die uitgezaagd lijken te zijn en met spijkers lijken daaraan vast te zitten. Een mooi voorbeeld daarvan is deze gevelsteen uit 1608.