Vooroorlogs joods Enschede

Joods Enschede had voor de oorlog een mooie nieuwe synagoge (1928) gebouwd, bestond uit ca. 1500 mensen, was vrij hecht, had nauwelijks arbeiders en stond zelfbewust midden in de samenleving.

Bron: De Oorlog, deel 5 (1 min. 8 sec.)

Media:

  • Vooroorlogs joods Enschede
    Vooroorlogs joods Enschede
    Joods Enschede had voor de oorlog een mooie nieuwe synagoge (1928) gebouwd, bestond uit ca. 1500 mensen, was vrij hecht, had nauwelijks arbeiders en stond zelfbewust midden in de samenleving.
    Bron: De Oorlog, deel 5 (1 min. 8 sec.)
    Razzia in Enschede
    Razzia in Enschede
    Na een sabotagedaad van het verzet in de buurt van Enschede worden tientallen Joden in Enschede en Twente opgepakt en afgevoerd, waaronder de vader van Bert Woudstra.
    Bron: De Oorlog, deel 5 (1 min. 10 sec.)
    Woudstra over Enschede
    Woudstra over Enschede
    Bert Woudstra vertelt over de damesmodezaak die zijn familie voor de oorlog had en over de joodse mensen in Enschede. Hij kende nauwelijk arbeiders van joodse komaf.
    Bron: De Oorlog, deel 5 (1 min. 12 sec.)
  • Dreiging kamp Mauthausen
    Dreiging kamp Mauthausen
    De Nederlandse Joden die in 1941 opgepakt waren bij de eerste razzia's in Enschede en Amsterdam sterven binnen aan paar weken in kamp Mauthausen.
    Bron: De Oorlog, deel 5 (2 min. 13 sec.)
    Onenigheid in Joodse Raad
    Onenigheid in Joodse Raad
    De Joodse Raad in Amsterdam (o.l.v. Cohen) en de Joodse Raad in Twente (o.l.v. Menko) waren het oneens over hoe ze met de Duitsers moesten omgaan en of ze moesten onderduiken. Met Edith Cohen-Menko.
    Bron: De Oorlog, deel 5 (2 min. 26 sec.)

Joodse Raad in Enschede

De Joodse Raad van Enschede komt er in de beoordelingen achteraf beter vanaf dan die van Amsterdam.
Voorzover mogelijk hebben de leden van die Joodse Raad minder nauwgezet de Duitse orders opgevolgd en ze hebben vaker leden van de plaatselijke joodse gemeenschap geadviseerd om onder te duiken en zich aan deportatie te onttrekken.

Toevalligerwijze is er juist ook in Enschede, net als in Amsterdam, sprake geweest van een razzia onder joodse mannen, lang voor de deportaties begonnen.

De aanleiding was een sabotage-actie door het verzet in Twente, in september 1941. Als represaille werden 102 joodse mannen van hun bed gelicht, waaronder de vader van Theresa Wertheim. Ze werden afgevoerd naar kamp Mauthausen in Oostenrijk en vermoord.

De joodse gemeenschap in Enschede en omgeving telde ongeveer 1500 leden. De razzia en de gevolgen daarvan troffen relatief een heel groot deel van die gemeenschap en dat leidde tot extra waakzaamheid en extra activiteit.

Vanaf dat moment begon dominee Leendert Overduin voor joodse gezinnen onderduikadressen te zoeken. Hij zette een organisatie op die honderden Twentse joden aan schuilplaatsen heeft geholpen.

Overduin is een aantal keren gearresteerd en ook gevangen gezet. Hij kwam er bij verhoren rond voor uit dat hij Joden hielp, omdat hij het onrecht dat hun werd aangedaan onverdraaglijk vond.

Overduin werkte nauw samen met het driemanschap dat de leiding had over de Joodse Raad in Enschede, Gerard Sanders, Isedoor van Dam en Sig Menko.

Door die samenwerking en vooral door het effectieve optreden van de groep rond dominee Overduin is het percentage joden uit Enschede dat de oorlog overleefde een stuk hoger dan elders – ongeveer 35 procent.


Bron:
*M. Schenkel, 'De Twentse Paradox' (2003)