Dreiging kamp Mauthausen
De Nederlandse Joden die in 1941 opgepakt waren bij de eerste razzia's in Enschede en Amsterdam sterven binnen aan paar weken in kamp Mauthausen.
Bron: De Oorlog, deel 5 (2 min. 13 sec.)
Media:
-
Dreiging kamp MauthausenDe Nederlandse Joden die in 1941 opgepakt waren bij de eerste razzia's in Enschede en Amsterdam sterven binnen aan paar weken in kamp Mauthausen.Bron: De Oorlog, deel 5 (2 min. 13 sec.)Deportaties in AmsterdamOndanks de dreging van Mauthausen weigeren veel Amsterdamse Joden te gehoorzamen aan de Duitse oproepen om zich te melden voor deportatie. Weigeraars worden 's avonds opgehaald door de politie, zag Jules Schelvis.Bron: De Oorlog, deel 5 (1 min. 17 sec.)
Dreiging Mauthausen
Vanzelfsprekend werd de Joodse Raad niet tevoren ingelicht over de in aflevering 3 al genoemde razzia’s op en om het Jonas Daniel Meyerplein, op 22 en 23 februari 1941, waarbij rond de 400 mannen werden opgepakt.
De mannen werden afgevoerd naar een kamp in Schoorl en, met uitzondering van een aantal zieken, per trein overgebracht naar het concentratiekamp Buchenwald, vlak bij Weimar. Vandaar kwamen ze in Mauthausen terecht, in Oostenrijk, een gruwelijk kamp waar bijna niemand levend uitkwam – de meeste gevangenen daar stierven aan uitputting.
Ook de joodse Nederlanders die bij de razzia waren meegenomen: talloze overlijdensadvertenties verschenen er in het Joods Weekblad waarin Mauthausen als plaats van overlijden werd genoemd.
Dat vestigde de overtuiging bij de joodse gemeenschap in Amsterdam: zorg dat je wegblijft uit Mauthausen, dat is een oord des doods.
Dreigen met Mauthausen was daarmee een effectief drukmiddel geworden van de bezetter. Het was een onderdeel van een scala aan chantagetechnieken waarmee vooral Hans Böhmcker, de Beauftragte für die Stadt Amsterdam de meest vernederende maatregelen begon door te voeren.
Hij gaf de Joodse Raad voortdurend de mogelijkheid om maatregelen af te kondigen en voor de uitvoering zorg te dragen. Bij weigering zou hij het zelf doen, maar dan meedogenloos.
En zo ontstond een patroon waarin de leiding van de Joodse Raad er niet aan ontkwam zélf de protesten in de kiem te smoren en zelf de slachtoffers van de volgende maatregel uit te zoeken.
Het Joods Weekblad kondigde wekelijks nieuw onheil af. Joden moesten hun radio’s inleveren, ze mochten niet meer in een zwembad komen, en niet meer in parken, café’s en restaurants, in musea en schouwburgen.
Joodse kinderen moesten naar aparte scholen, Joden moesten de verenigingen verlaten waar ze lid van waren. En zo ging het door.
Meer over dit onderwerp
Links
Locatie