Proces tegen schilderbedrijf

Schildersbedrijf Kooistra dat de bunker had geschilderd kreeg na de oorlog een lichte straf. Kooistra betoogde tijdens zijn proces dat hij zijn zoon behoed had voor dwangarbeid in Duitsland. Wat vind hij daarvan?

Bron: De Oorlog, deel 4 (1 min. 56 sec.)

Media:

  • Proces tegen schilderbedrijf
    Proces tegen schilderbedrijf
    Schildersbedrijf Kooistra dat de bunker had geschilderd kreeg na de oorlog een lichte straf. Kooistra betoogde tijdens zijn proces dat hij zijn zoon behoed had voor dwangarbeid in Duitsland. Wat vind hij daarvan?
    Bron: De Oorlog, deel 4 (1 min. 56 sec.)
    Aannemer Wildeboer
    Aannemer Wildeboer
    Aannemer Wildeboer bouwde aan bunker Wassermann op Schiermonnikoog en gaf feesten aan zijn Duitse opdrachtgevers in het bekende Hotel van der Werff. Na de oorlog werd hij daarvoor flink gestraft.
    Bron: De Oorlog, deel 4 (1 min. 40 sec.)
    Houding Nederlandse ambtenaren
    Houding Nederlandse ambtenaren
    De Nederlandse ambtenaren probeerden de bezetter te beïnvloeden ten gunste van de bevolking. Voor de joodse bevolkingsgroep werd zeer weinig gedaan.
    Bron: De Oorlog, deel 2 (50 sec.)
  • Ambtenaren assisteren Duitsers
    Ambtenaren assisteren Duitsers
    Politie, spoowegpersoneel en ambtenaren van het bevolkingsregister assisteerden de Duitsers bij de jodenvervolging, omdat het moet en 'liever wij, dan de Duitsers'. Klaartje de Zwarte over haar reis naar Westerbork.
    Bron: De Oorlog, deel 5 (1 min. 26 sec.)
    Incident in Silvolde
    Incident in Silvolde
    In Silvolde in de Achterhoek komt het tot een confrontatie tussen burgemeester Boot en de lokale NSB, uitgelokt door de ambitieuze NSB'er Borggreven. De Duitse bezetter kiest uiteindelijk voor de burgemeester.
    Bron: De Oorlog, deel 2 (3 min. 4 sec.)
    Bij het politie opleidingsbataljon
    Bij het politie opleidingsbataljon
    De Nederlandse politie wordt door de bezetter gecentraliseerd en hervormd. Bij het speciaal daarvoor nieuw opgerichte Politie opleidingsbataljon te Schalkhaar worden de eerste jonge mannen opgeleid.
    Bron: Beeld en Geluid Beeld en Geluid:  Polygoon Hollands Nieuws, februari 1942

Zuiveringen pers, politie, bedrijven en ambtenaren

Het bleef na de oorlog niet bij de strafrechtelijke vervolging van degenen die de vijand hadden geholpen.
Er zijn ook pogingen gedaan om mensen die zich in hun werk op de een of andere manier dienstbaar aan de bezetter hadden opgesteld uit hun functie te verwijderen.

Dat was een buitengewoon ingewikkelde klus, waarbij het bijzonder moeilijk bleek om mensen in gelijke omstandigheden ook gelijk te beoordelen.

Dat het onbegonnen werk was zei de Leidse hoogleraar strafrecht Van Bemmelen, die belast was met de organisatie van de bijzondere rechtspraak, al in december 1945 tegen het weekblad Elsevier. Hij vond dat de zuivering zich moest beperken tot de zware gevallen:

‘Het gros van de ambtenaren is op zijn post gebleven, terwijl de bezetter allerlei rechtsverkrachtende maatregelen nam. In industrie, handel en kunst is het al precies zo. Vrijwel alle grote bedrijven hebben in meer of mindere mate met de bezetter gewerkt.

Aan het Nederlandse volk past een groot ‘Ik heb gezondigd’. De consequentie daarvan is mijns inziens dat we ons bij de zuivering – evenals bij de rechtspraak – moeten beperken tot de werkelijke ernstige gevallen, die de grens van het strafrechtelijk vergrijp naderen, die dus bijna landverraad zijn.’


Dat is lang niet overal het uitgangspunt geworden. Bij de politie, waar 18.000 mensen werkten, is zes procent vrijwel direct na de bevrijding ontslagen.

Maar in andere sectoren lagen die cijfers veel lager. In het bedrijfsleven is het werken voor de bezetter bijna nooit aanleiding geweest voor maatregelen, hoewel bunkerbouwers relatief vaak gestraft werden. Er zijn wel op allerlei terreinen zuiveringsraden ingesteld, die in feite een soort tuchtrecht toepasten.

Heel hard zijn de burgemeesters aangepakt. De 400 NSB-burgemeesters werden opgepakt en strafrechtelijk vervolgd – ze konden niet meer terugkeren. Maar van de andere burgemeesters zijn er ook nog 700 ontslagen.

De meesten werd verweten dat ze meehielpen om arbeiders te werven voor werk voor de Duitsers, zoals graafwerk voor de verdediging van stellingen. Medeplichtigheid aan het wegvoeren van Joden speelde bij die zuivering vrijwel nergens een rol.

Veel discussie was er over de zuivering van journalisten en kranten. Een aantal dagbladen kreeg een tijdelijk verschijningsverbod – onder andere De Telegraaf en de Nieuwe Rotterdamse Courant.

De Telegraaf had zich vooral in het laatste oorlogsjaar, toen de SS-er Hakkie Holdert als directeur aantrad, gehaat gemaakt. In de jaren ervoor had De Telegraaf zich nauwelijks onderscheiden van de andere dagbladen, die géén verschijningsverbod kregen.


Bronnen:
*Peter Romijn, 'Snel, streng en rechtvaardig: politiek beleid inzake de bestraffing en reclassering van ‘foute’ Nederlanders, 1945-1955' (Amsterdam, 2002)
*Joggli Meihuizen, 'Noodzakelijk kwaad. De bestraffing van economische collaboratie in Nederland na de bevrijding' (Amsterdam, 2003)
*A.D. Belinfante, 'In plaats van bijltjesdag. De geschiedenis van de bijzondere rechtspleging na de Tweede Wereldoorlog' (AUP, 2006)